Van horen zeggen – column Awraham Meijers

Awraham Meijers
Facebook

‘De basis van journalistiek is: “hoor en wederhoor”. Met andere woorden; doet iemand een (belangrijke) mededeling, een journalist controleert in ieder geval het waarheidsgehalte en zoekt uit binnen welke context die uitspraak zou zijn gedaan. Hoe integer de geïnterviewde ook is, de reporter zal gerelateerde bronnen raadplegen. De krantenlezer kan er dus van uitgaan dat gepubliceerde quotes op verantwoorde wijze tot stand zijn gekomen. Dat wil overigens niet zeggen dat de lezers op hun beurt alles maar voor zoete koek slikken. Krantenredacties worden bedolven onder ingezonden brieven, waarin lezers commentaar leveren, opdat eventuele onduidelijkheden worden gecorrigeerd.

Dit gezegd hebbend, ben ik zo vrij mijn verbijstering uit te spreken over het feit dat er mensen zijn – en dan spreek ik niet over de domsten – die blindelings, klakkeloos, plompverloren, domweg, slaafs, kritiekloos en voetstoots eeuwenoude teksten en anekdotes accepteren als onwrikbare waarheden. Hoewel er geen enkel bewijs van echtheid en originaliteit is, zijn er miljoenen mensen die er van overtuigd zijn dat elk woord, elke verwijzing, ja zelfs elke komma, in de zogenaamde Heilige Boeken onwrikbare feiten zijn, terwijl die verhalen en uitspraken enkel zijn gebaseerd op ‘van horen zeggen’.

Zoals bijvoorbeeld het boek Genesis (6) over de maritieme avonturen van Noach: ‘Zo sprak God tot de rechtvaardige, oprechte man in zijn geslachten. Noach wandelde met God’. Er staat niet vermeld wie die goddelijke monoloog heeft genotuleerd. Dan volgen quotes die dusdanig vervuld zijn van ongoddelijke Haat & Rancune, dat ik bij het lezen moet glimlachen, want het lijkt of de boze buurman aan het woord is. Een kleine anthologie van Zijn ongoddelijke acties: ‘Maar de aarde was verdorven voor Gods aangezicht; de aarde was vervuld met wrevel. Toen zag God de aarde, en ziet, zij was verdorven; want al het vlees had zijn weg verdorven op de aarde. Daarom zei God tot Noach: “Het einde van alle vlees is voor Mijn aangezicht gekomen; want de aarde is door hen vervuld met wrevel; en zie, Ik zal hen met de aarde verderven”. Hij draagt Noach het volgende op: ”Maak U een Arke van goferhout; met kameren zult gij deze Arke maken en gij zult die bepekken van binnen en van buiten met pek”. Hij geeft ook nog belangrijke nautische aanwijzingen over lengte breedte en hoogte.

Voorwaar, een gruwelijk sprookje! Maar wat als kind indruk op mij maakte was dat die goeierd van een Noach alle dieren van de wereld redde door hen op zijn Ark te herbergen.

Wetenschappers berekenden het volgende: ‘Twee of zeven exemplaren van alle diersoorten in een boot en deze ruim een jaar voeden, is onmogelijk. Wanneer het Bijbelse verhaal ‘naar aard en soort’ geïnterpreteerd wordt, zou die Ark meer dan een miljoen geregistreerde diersoorten hebben gehuisvest; circa 4000 zoogdieren en amfibieën, ruim 6000 reptielsoorten, 60.000 soorten landslakken, zo’n 10.000 vogels, 50.000 weekdieren, meer dan een miljoen insecten, 35.000 soorten spinnen, etc. Dat alles maal twee, want paarsgewijs’. Gelukkig voor Noach en de zijnen waren reuzenhagedissen en dinosauriërs inmiddels uitgestorven, dat scheelde talloze bakjes voer.

Auteur en gedragsbioloog Maarten ’t Hart maakte de volgende berekening in het radioprogramma ‘Vroege Vogels’: “Er zijn tien miljoen diersoorten. Al wat in zee leeft, hoeft niet door zo’n Ark gered te worden, dus je houdt vijf miljoen diersoorten over. Van elke diersoort nam Noach zeven paartjes mee en van de onreine één paartje. Hoeveel reine diersoorten er zijn is vanuit de Bijbel niet te bepalen, maar zelfs als we van elke diersoort één paartje in de Ark onderbrengen, betekent het dat er twee maal vijf miljoen, is tien miljoen, dieren in de Ark zaten. Gegeven de Bijbelse afmetingen is dat uitgesloten. Die Ark zou ongeveer vijftigduizend keer zo groot moeten zijn. Maar goed, laten we ons even voorstellen dat je ruim vijf miljoen paartjes inlaadt. Stel dat je per paartje één minuut nodig hebt om aan boord te krijgen. Op een dag laad je in zestien uur – in het donker kun je moeilijk laden – krap duizend paartjes in. Wil je vijf miljoen paartjes laden, dan ben je daar, zon- en feestdagen niet meegerekend, zestien jaar mee bezig’. Is daar een speld tussen te krijgen?

Voor de twijfelaars onder mijn dierbare lezers het volgende feit: In het huidige Irak is 1900 jaar voor Christus in spijkerschrift vermeld dat de God Enki aan Atrahasis opdracht geeft om hem, zijn gezin, en alle (toen) bekende diersoorten te redden door een boot te bouwen. Jawel, exact hetzelfde verhaal dus over de ‘Bijbelse zondvloed’, maar opgetekend tijdens het polytheïstisch tijdperk in Assyrië.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Van horen zeggen – column Awraham Meijers