‘Een geheim leven is een half leven, wees trots op wie je bent’ – gastcolumn Diana Tijn

Diana Tjin, foto: Friso Keuris

Eindelijk. Ook de catalografen mogen sinds een paar weken weer werken in het gebouw van de Universiteit van Amsterdam aan de Oude Turfmarkt. Een prettig weerzien met het erfgoed materiaal.  Als catalografe bij de Universiteitsbibliotheek ontsluit ik vooral het materiaal van de Bibliotheca Rosenthaliana. Een beroemde Joodse collectie die varieert van zeer kostbare, schitterend verluchte manuscripten tot aan eenvoudige publicaties.

Eenvoudige Joodse publicaties uit het verleden kunnen toch veelzeggend zijn. Programmaboekjes voor avonden met muziek, literaire voordrachten en amateurtheater. Liederen werden gezongen in verschillende talen, buitenlandse gasten traden op. Vaak werd er een oproep gedaan om gul te doneren. Dan werd er land gekocht in Brits mandaatgebied Palestina, kregen weeskinderen goed onderwijs en huisvesting, of ontving een pas opgerichte jeugdvereniging de broodnodige geldelijke ondersteuning.

De boekjes getuigen van een bloeiend Joods verenigingsleven en staan tjokvol advertenties van winkels en ondernemingen waarvan de eigenaren en het personeel na de oorlog lang niet altijd zijn teruggekeerd. Een sociaal leven dat bruut tot stilstand is gebracht. En de ontsluiting van het materiaal ontrukt die wereld van vroeger aan de vergetelheid. Namen van mensen, verenigingsgebouwen en plekken waar een weeshuis of een synagoge hebben gestaan duiken weer op. Het verleden komt in onze bibliotheek voor het geestesoog tot leven.

Vanwege de diaspora komen publicaties overal vandaan. Catalogi van musea in Israël, literatuur uit Oost-Europa, romans in het Jiddisch van immigranten in Amerika. Na het overlijden van Shlomo Berger, hoogleraar Jiddisch, kreeg de Rosenthaliana er een aardige hoeveelheid boeken in die taal bij. Vele interessante publicaties gingen door mijn handen. Tijdens het catalogiseren dacht ik vaak aan hem, en dan vooral aan zijn prachtige diepe stem. En aan hoe galant hij mijn compliment voor zijn nieuwe bril corrigeerde. Ik moest het accent in het Hebreeuws net even anders leggen. 
Het werken aan de collectie zorgt voor gemengde gevoelens. Soms overvalt moedeloosheid me. Zoveel eeuwen van onrecht, zoveel achtervolgingen, zoveel geweld.

Misschien denkt u: waarover maakt deze Chinees-Surinaamse, katholiek gedoopte mevrouw zich zo druk? Of: waarom werkt juist zij aan deze collectie? 

Op mijn zestiende kwam ik er achter dat de familie van mijn moeder Joods is. Vooral mijn grootmoeder was niet blij met mijn ontdekking, op zijn zachtst gezegd. Daarna vond ik het lange tijd het gemakkelijkst om te doen of mijn neus bloedde. Mijn achternaam en uiterlijk maakten me dat ook mogelijk. Wanneer iemand me vroeg waarom in mijn familie zoveel mensen studeerden, en vaak ook een medisch beroep uitoefenden, gaf ik een enkele keer naar waarheid antwoord en werd dan voor verward versleten. Een rare poging tot aandachttrekkerij.

Die reactie vond ik niet eens zo erg. Pas rond mijn veertigste begon die halfslachtigheid me te irriteren, de onwetendheid nog meer. Er zat niets anders op, ik moest lernen. Ik maakte een inhaalslag via cursussen over het Jodendom, leerde Bijbels Hebreeuws en voelde me daarna een completer mens. 

De buitenwereld reageert nog steeds niet heel veel anders dan vroeger. Wanneer ik vertel over mijn werk voor de Rosenthaliana vragen mensen me bezorgd of ik wel weet dat je Hebreeuws van rechts naar links leest (Een hele goede tip!). Of ik krijg een hele verhandeling te horen waarom de Joden zelf de schuld zijn van al het kwaad dat over hen is uitgestort. Wat over Israël gezegd wordt, laat ik voor het gemak achterwege. In zoverre was dat geheime leven zo slecht nog niet.
Maar een geheim leven is een half leven. Beter is het om trots te zijn op wie je bent, ongeacht wat de buitenwereld over je te melden heeft. Geboren en opgegroeid in een vrijwel wit Nederland is dit voor mij geen loze kreet. 

Dus ja, regelmatig overvalt mij moedeloosheid bij zoveel zware geschiedenis, maar ik ken ook genoeg momenten van trots. Wanneer ik de familienaam aantref van mijn moeder in een oude, Amsterdamse publicatie, of de familienaam van mijn grootmoeder.
Voor sommige mensen ben ik helemaal niet Joods, of niet Joods genoeg, of juist te Joods. Dat kan ik niet veranderen. Ik weet wel wat ik wil en vind. Werken aan deze collectie zie ik als mijn bescheiden bijdrage aan een belangrijk, groter geheel.

Lees ook:
Archief Henriëtte Boas naar Rosenthaliana

Het persoonlijke archief van dr. Henriëtte Boas (1911-2001) wordt volgende week overgedragen aan de Bibliotheca Rosenthaliana en wordt daarmee onderdeel van de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. De omvang van het archief is ongeveer 15 meter en bestaat voor een groot deel uit correspondentie.

Categorie: |

Home » Nieuws » ‘Een geheim leven is een half leven, wees trots op wie je bent’ – gastcolumn Diana Tijn