Britse bank hielp met stelen van Joods goud
Dit blijkt uit documenten die de Bank of England woensdag heeft gepubliceerd.
Hitler viel in maart 1939 Tsjecho-Slowakije binnen. De Duitsers namen de centrale bank in Praag over en lieten een opdracht naar Londen uitgaan om Tsjecho-Slowaaks goud ter waarde van 5,6 miljoen pond op hun naam te zetten. Dat gebeurde via de BIS, een instelling die betalingen tussen centrale banken regelt. De Bank of England gaf aan dat verzoek gehoor, ondanks een opdracht van de Britse regering om de tegoeden van het bezette Tsjecho-Slowakije te bevriezen om hen te beschermen. Volgens een berekening van de Financial Times ligt de huidige waarde van het gestolen goud op ruim 845 miljoen euro.
De nazi’s haalden het goud van de rekening bij de Bank of England en zetten het elders weg in Londen, Nederland en België. Aan dit soort transacties kwam een einde toen op 1 september 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Historici van de Bank of England wijzen erop dat de Britse centrale bank opdrachten van de BIS moet uitvoeren. Dat is zo volgens regels die zijn gemaakt om de samenwerking tussen centrale banken in vredestijd te regelen.
Bron: De Telegraaf
