Doodsbedreiging burgemeester Amstelveen
Burgemeester Mirjam van ‘t Veld (CDA) van Amstelveen is met de dood bedreigd vanwege de komst van vluchtelingen naar haar gemeente. Dit maakte zij vrijdagavond in het televisieprogramma Pauw bekend. Van ‘t Veld lichtte toe dat dat de doodsbedreiging een week geleden in de vorm van een persoonlijke brief had plaatsgevonden. Uit welke hoek de bedreiging komt, bleef tijdens het gesprek onduidelijk.
Opvallend was wel dat een belangrijk deel van het gesprek tussen presentator Jeroen Pauw en de burgemeester ging over de zorgen – en de betrokkenheid – van de Joodse gemeenschap in Amstelveen bij de opvang van de vierhonderd vluchtelingen die – na eerder voor februari te zijn aangekondigd – nu in mei worden verwacht. Pauw wees op de grote Joodse gemeenschap in Amstelveen, die in oktober 2015 uiting heeft gegeven – “overigens helemaal niet op een ordinaire manier” – aan gevoelens van angst. Van ‘t Veld corrigeerde deze opmerking door erop te wijzen dat die gevoelens slechts bij ‘een deel’ van de Joodse gemeenschap leven. Zij vervolgde: “Ik kan u wel vertellen dat inmiddels bij ons de lokale krantenkoppen zijn ‘er zijn meer vrijwilligers – waaronder heel veel Joodse vrijwilligers – in Amstelveen dan vluchtelingen die gaan komen’.”
Van ‘t Veld benadrukte de actieve rol van een belangrijk deel van de Joodse gemeenschap bij de voorbereiding op de komst van de vluchtelingen, die gehuisvest gaan worden in de wijk Kroonenburg: “We willen het laten slagen, dat het hier goed lukt. Daar zijn we heel hard met een heleboel vrijwilligers en instellingen mee bezig. En heel nadrukkelijk ook met een groot deel van de Joodse gemeenschap.” Op de vaker herhaalde vraag van Pauw of zij de angst bij de Joodse gemeenschap heeft kunnen wegnemen, luidde haar antwoord: “Een groot gedeelte zit er heel positief in. Er zijn natuurlijk zorgen. Maar we hebben het omgekeerd door te zeggen hoe kunnen we dan het gesprek gaan voeren. Dat er een gesprek ontstaat tussen de vluchtelingen en de Joodse gemeenschap. Zij wilden dat zelf graag. Je wil niet weten hoeveel Joodse inwoners vrijwilliger willen zijn, willen meehelpen om taallessen te geven. Dat zijn de mooie dingen en dat mogen we ook wel eens vertellen.”
Over de ontvangen doodsbedreiging zei Van ‘t Veld: “We moeten blijven luisteren naar de zorgen die er zijn. De mensen die boos zijn, laten we daarover in gesprek gaan. Doe dat niet met bedreigen, dat helpt ons helemaal niet. Daar is echt de grens.”
