Den Helder eert Leo Pinkhof met plaquette
In Den Helder is maandag een plaquette onthuld voor kunstenaar Leo Pinkhof. De Joodse Nederlander leefde in de Soembastraat totdat de Duitse bezetter hem het leven onmogelijk maakte en afvoerde naar het oosten. Pinkhof werd in Sobibor vermoord. De voor hem opgerichte gedenkplaat is een initiatief van de stichting Afgestoft, die de herinnering aan het verleden levend wil houden. Het werd betaald door ondernemer Daan Groot. De plaat is mede door opperrabbijn Binyomin Jacobs (IPOR) onthuld op de muur van het voormalige woonhuis van de Joods-Nederlandse kunstenaar.
Voorzitter Cees Rondèl van Afgestoft vertelde eerder aan het Noord-Hollands Dagblad waarom Pinkhof zo belangrijk was voor Den Helder. “In Den Helder was Pinkhof niet alleen bekend als schilder en tekenaar, hij was ook één van de oprichters van de Noorderkunstkring. Tevens was hij actief in de Joodse gemeenschap, onder meer als voorzanger in de synagoge”, aldus Rondèl. Tijdens zijn studie aan de kunstacademie in Amsterdam werd hij in Den Helder aangesteld als docent tekenen. Later trouwde hij en kreeg vier kinderen.
In 1925 stond Leo Pinkhof met anderen aan de basis van de Noorderkunstkring. Daarvan was hij dertien jaar lang voorzitter. Het doel van deze vereniging was, en is, het bevorderen en ontwikkelen van de beeldende kunst in het noorden. Toen in 1940 de Tweede Wereldoorlog uitbrak, verloor Pinkhof zijn baan. Nog in hetzelfde jaar verhuisde het gezin naar het dorp Oudesluis, waar Pinkhof les ging geven in het Joods Werkdorp in de Wieringermeer. In 1941 verhuisde hij met zijn vrouw en vier kinderen naar Amsterdam.
In de hoofdstad werd Pinkhof opnieuw actief binnen de Joodse gemeenschap. Zo ontwierp hij de glas-in-loodramen van de synagoge in de Linnaeusstraat te Amsterdam-Oost. Pinkhof leek geluk te hebben, want hij stond op een Duitse lijst om met zijn gezin te emigreren naar het Britse mandaatgebied Palestina. Dit mislukte echter. In 1943 werd het hele gezin Pinkhof via Westerbork naar het vernietigingskamp Sobibor gestuurd. Daar vonden de kunstenaar, zijn echtgenote en hun kroost de dood.
Na de oorlog werden de glas-in-loodramen van de sjoel in de Linnaeusstraat in Amsterdam verplaatst naar Israël, waar ze nog steeds te bewonderen zijn.
