Denemarken doet sjechita in de ban
Door deze maatregel is Denemarken het vijfde Europese land met een verbod op de sjechita en op halal slachten. Opmerkelijk genoeg kwam de beslissing tot stand zonder veel politieke strijd. Het verbod is niet vastgelegd in een wet, maar in een uitspraak van het ministerie van Landbouw. Tot nu toe konden slachthuizen een ontheffing aanvragen als ze hun vlees halal of koosjer wilden produceren. Ze moesten dan wel direct ná het slachtmoment verdoven. Aan die ontheffingen komt nu een einde.
In de praktijk verandert er volgens landbouwminister Dan Jorgensen weinig. Er zou al jaren nauwelijks gebruik worden gemaakt van de vergunningsregeling. Dat hij de kwestie nu toch aanpakt, komt volgens hem doordat er onlangs weer stemmen op gingen voor dergelijke slacht. Jorgensens voorganger Karen Haekkerup stelde eerder dat de regering hiermee een duidelijk signaal gaf; dierenrechten zijn belangrijker dan godsdienst.
Joodse en Islamitische organisaties zijn verbolgen. De ministers slaan het parlement over, stelt de vertegenwoordiger van de Joodse gemeenschappen Finn Schwartz, in de Jerusalem Post. “Religieuze minderheden verdienen respect. Als je fundamentele regels wilt veranderen, moet je een open discussie voeren”, aldus Schwartz. Vlees voldoet alleen aan de Joodse en islamitische reinheidsvoorschriften als het dier tijdens het slachten nog in leven is.
De Vereniging van Europese Rabbijnen spreekt van een ‘verder afbrokkelen van religieuze vrijheden in Europa’. Voorzitter Pinchas Goldschmidt gaat de ‘voortdurende aanvallen op religieuze minderheden’ maandag tijdens een overleg met de Europese Commissie aankaarten. Yitzhak Eldan, voormalig Israëlisch ambassadeur van Denemarken, zegt in de krant dat hij vreest voor een ‘domino-effect’ in andere Europese landen.
Eerder kozen Zweden, Noorwegen, IJsland en Zwitserland al voor een verbod. In Nederland blijft onverdoofde slacht toegestaan: een initiatiefwetsvoorstel van Tweede Kamerlid Marianne Thieme (Partij voor de Dieren) werd wel aangenomen maar sneuvelde in 2011 in de Eerste Kamer. Senatoren twijfelden onder meer aan de juridische deugdelijkheid van de wet. Volgens minister Jorgensen is het Deense besluit geen reactie op de ophef over de doding van een giraffe in de Kopenhaagse dierentuin. Die doding leidde tot boosheid, vooral onder dierenrechtenactivisten.
Helemaal ongegrond is de vrees voor regulering van lichamelijke rituelen niet. Vorige maand riepen de beroepsverenigingen van Deense en Zweedse artsen al op tot het verbieden van de ‘briet mila’ (de rituele jongensbesnijdenis). In september vroegen de ombudsmannen van Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland, IJsland en Groenland ook al om een verbod. Minister Jorgensen doet de kritiek op de slachtmaatregel af als ‘een storm in een glas water’. “Er is zo nu en dan vraag naar rituele slacht en ik wil dat het niet mogelijk is”, aldus Jorgensen [bl].
Bron: Trouw
