Donker woud – boekrecensie

Donker woud
Ambo|Anthos

Een razend intelligente roman door Nicole Krauss.

De verdrijving uit het paradijs is in wezen eeuwig; het is weliswaar de definitieve verdrijving uit het paradijs, onomkoombaar voor het leven op aarde, de eeuwigheid van het proces maakt het desondanks mogelijk dat wij niet voortdurend in het paradijs zouden kunnen verblijven, maar dat ook voortdurend zijn, om het even of wij dat hier weten of niet.

Franz Kafka.

Het is ruim zeven jaar geleden dat Nicole Krauss’ vorige roman – Het grote huis – verscheen. Hierin vertellen vier personen over hun ervaringen. Alle vier lijken ze hun unieke verhaal te vertellen dat los staat van de anderen. Allengs wordt echter duidelijk hoezeer deze ogenschijnlijk persoonlijke geschiedenissen met elkaar zijn verstrengeld. Het verbindend element in deze briljante roman is een enorm bureau met negentien laden, waarvan er één op slot zit. “Het grote huis” werd genomineerd voor de National Book Award.

Onlangs verscheen Krauss’ nieuwe roman “Donker woud” in de Nederlandse vertaling. De titel van de roman is ontleend aan de openingsregels uit ‘De goddelijke komedie’ van Dante Alighieri. De poëet komt: ‘Bij zinnen in een donker woud/Want ik had niet de rechte weg genomen’.
Evenals Dante verlaten beide hoofdpersonages in ‘Donker woud’, Jules Epstein en Nicole, de bekende, o zo veilige voorspelbare, rechte weg. Ze dolen rond in het mysterieuze, in het onbekende, in het donkere woud.
Aan het begin van de roman verdwijnt de ooit succesvolle, inmiddels gepensioneerde, advocaat Epstein in Israël, waar hij is geboren. Op jonge leeftijd verliet hij dat land om naar Amerika te verhuizen. De welvarende Epstein ondergaat, nu hij zoetjesaan tegen de zeventig loopt, een mentale metamorfose; door middel van zelfreflectie maakt twijfel plaats voor (ogenschijnlijke) stelligheid. Na een huwelijk van vijfendertig jaar verlaat hij zijn vrouw Lianne en neemt hij afstand van zijn geld en bezittingen – een grote verzameling waardevolle objecten die hij tijdens zijn werkend leven heeft verzameld. Epstein wordt gekweld door een opeenstapeling van rampjes; hij verliest zijn jas, zijn mobiele telefoon, en verdrinkt bijna. Tijdens dit proces van tegenslagen raakt hij steeds losser van zijn omgeving, wat uiteindelijk leidt tot zijn besluit naar Israël te gaan. Zijn hervonden zelfkennis en de ontmoeting met een rabbijn waren de reden terug naar zijn geboorteland te gaan. Hij neemt zijn intrek in het misschien wel lelijkste gebouw van Tel Aviv, het Hilton hotel.

De andere verhaallijn gaat over de 40-jarige New Yorkse schrijfster Nicole, die een soortgelijke gedaanteverwisseling heeft ondergaan. Het werk als schrijfster wil niet vlotten, haar huwelijk bloedt dood. Wanhoop slaat toe. Zij is argwanend met betrekking tot alle mogelijke (uitgekauwde) varianten waarin ze haar leven zou moeten gieten. Als ze op een middag thuiskomt en de déjà vu ervaring krijgt dat ze hier al aanwezig is – er dus al was – stapt ze uit de impasse met een prompt vertrek naar Israël. Ze verlaat man en kinderen in Brooklyn om ook haar intrek in het Hilton hotel in Tel Aviv te nemen.
Haar filosofie: “Stel dat wij altijd op een plek blijven waarvandaan we ons leven dromen, dan is die plek het Hilton hotel in Tel Aviv”. Aldus neemt ze haar intrek In dit in architectonisch opzicht alles behalve fraaie gebouw aan de Middellandse zee, waar op dat moment raketten uit Gaza overheen vliegen. Ze geeft toe dat het gebouw weliswaar een monstruositeit is, maar het is wèl de plek waar ze is verwekt; het Hilton, waar zij ’s zomers steeds naar terugkeerde.

Franz Kafka, ongeëvenaard virtuoos van de vervreemding, speelt ook een (belangrijke!) rol in “Donker woud”. Deze belangrijke twintigste eeuwse schrijver, met als herkenbaar thema de machteloze eenling, kennen wij van zijn (korte) verhalen en romans die zich kenmerken door paradoxen en definitieve vervaging van kennelijk logische grenzen tussen coherentie en irrationaliteit. De zogenoemde verfremdung is een marxistisch begrip, dat door Bertolt Brecht is gelanceerd. Bij Kafka ontstaat dit op het moment dat zijn personages stelligheid en houvast dreigen te verliezen.
In “Donker woud” figureert Kafka niet slechts als uitvalsbasis, als filosofisch dreganker: Zijn belangrijkste ideeën vormen de bouwstenen van deze roman, waarin wordt gesteld dat hij niet in 1924 in het Oostenrijkse Kierling, Klosterneuburg aan tuberculose zou zijn gestorven. Nee, dat bleek slechts een afleidingsmanoeuvre. Want deze Joodse auteur was mateloos geïnteresseerd in het zionisme en de Kabbala en emigreerde in zijn zogenaamde sterfjaar in alle stilte naar mandaatgebied Palestina. Daar overleefde hij de slopende tuberculose, waaraan hij volgens de gangbare mythe zou zijn overleden. De herboren Kafka zou de rest van zijn leven werken als tuinman met de naam Ansjl Peleg. De tuinman stierf in 1956 op 73-jarige leeftijd in Israël, vredig in zijn slaap.
Dit is natuurlijk een verneukeratieve literaire complottheorie, want de erudiete lezer weet wel beter – althans, denkt het te weten. Maar onwrikbare inzichten komen op losse schroeven te staan door de logisch aannemelijke wijze waarop Krauss deze theorie onderbouwt met subtiele verwijzingen naar Kafka’s geheime – zelfgekozen – bestemming uit zijn biografieën, essays, en literaire werk. Soms is zelfs tussen “on-logica” geen speld te krijgen.

Epstein was al eerder benaderd door rabbijn Klausner, die er van overtuigd is dat hij een nazaat is van koning David en – ook niet onbelangrijk – tegelijkertijd financiële steun van hem wil voor allerlei projecten rond deze Bijbelse koning.
Nicole komt in contact met Eliëzer Friedman, een – naar eigen zeggen – gewezen literatuurprofessor. Of is hij medewerker van de Israëlische geheime dienst, de Mossad? Friedman komt in bezit van een koffer met de nagelaten geschriften van Franz Kafka en dringt zich met deze documenten op aan Nicole. Kafka, de door haar geliefde auteur, wiens geschriften (ook in werkelijkheid) onderwerp waren van jarenlange Israëlische rechtszaken. De professor zal op merkwaardige – Kafkaiaanse! –  wijze weer uit haar leven verdwijnen. Zijzelf verdwaalt in een fysieke woestijn – of is het ook een mentale gesteldheid?

Het plot van “Donker woud” samenvatten is beslist geen sinecure, omdat bijvoorbeeld de parallelle verhaallijnen tegelijkertijd ook (vaak) tegenstrijdig met elkaar zijn. Maar logisch is het allemaal wel. Prachtig, bijna lyrisch geschreven, af en toe razend spannend. Dichtung und Wahrheit blijkt een onwarbare intrigerende kluwen. Is het écht zo gegaan? Of juist toch niet? Deze vraagstelling geeft aan dat Nicole Krauss met deze roman een fenomenale bijdrage aan de (wereld)literatuur heeft geleverd. De dialogen tussen schrijfster Nicole en professor Friedman betrekken de lezer bij het verhaal; onbewust wordt de lezer bij dialogen betrokken, hij doet mee met discussies en verdiept zich in Kafkaiaanse stellingen.
Ook de relatie tussen Epstein en rabbijn Klausner laat de lezer niet onbewogen. De teloorgang van het project over koning David, de sfeer binnen de wereld van de ultra-orthodoxe mystiek in Safad, en de ‘gewone mens’ die de rabbijn blijkt te zijn: ’het klopt allemaal. Schitterende filosofische en religieuze bespiegelingen. Neem de volgende passage over het multiversum en de plaats hierin van de mens: “(…) Dat onze soort zich van andere soorten onderscheidt door onze honger naar en ons vermogen tot verandering, heeft alles te maken met ons vermogen om de grenzen van ons begrip te herkennen en over het ondoorgrondelijke na te denken. Maar in het multiversum worden de begrippen bekend en onbekend nutteloos. Als er oneindig veel wetstelsels bestaan, dan is niets essentieel en hoeven we niet meer ons best te doen om voorbij onze grenzen van onze onmiddellijke werkelijkheid en ons directe bevattingsvermogen te reiken, want niet alleen is alles wat daarachter ligt niet op ons van toepassing, maar ook hoeven we niet te verwachten dat we er op meer dan een oneindig miniem begrip van krijgen….”.

Natuurlijk zal de lezer zich ook afvragen of de Nicole uit “Donker woud” het alter ego van de schrijfster Nicole Krauss is. Op deze vraag door een journalist was haar antwoord: “Normaal gesproken zeg ik Nicole-in-het-boek’. Ik ben het niet”. Mooi gezegd, maar de lezer ontkomt niet aan autobiografisch elementen.
“Donker woud” is een belangrijk boek dat de lezer niet snel zal loslaten. Dat komt ook door het feit dat de roman doordrenkt is van noties en diepgravende filosofieën, waardoor de lezer zich na het lezen van “Donker woud” realiseert dat vermoedelijk lang niet alles goed is doorgedrongen, dat het nog geen volledige plek heeft ingenomen. Alsof je heel even getuige mocht zijn van slechts een glimp van een briljant manifest, om vervolgens weer op jezelf te worden teruggeworpen. Maar dat mystieke spoor is wellicht de opzet van deze roman: Een pleitrede voor het vrije woord, desnoods tegen de stroom in een scheppend leven leiden en vooral onafhankelijk kunnen denken. De vertaling van Rob van der Veer is werkelijk schitterend!

Schrijver: Nicole Krauss
Titel: Donker woud
Vertaler: Rob van der Veer.
Uitgeverij: Ambo|Anthos; 298 blz.
Prijs: 21,99 euro

Categorie:

Home » Cultuur » Boeken » Donker woud – boekrecensie