Drie Joodse onderzoekers winnen Nobelprijs voor scheikunde

Scheikundigen maakten vroeger schaalmodellen van moleculen met stokjes en plastic balletjes, waar weinig digitale hulpmiddelen aan te pas kwamen. Maar daar kwam in de jaren zeventig verandering in. Toen legden Karplus (83), Levitt (66) en Warshel (72) de basis voor de computerprogramma’s die tegenwoordig gebruikt worden om chemische processen beter te begrijpen en te voorspellen. Die computermodellen van de drie Joodse onderzoekers zijn van cruciaal belang gebleken voor de vooruitgang die in de hedendaagse scheikunde is geboekt.

Het werk van de Oostenrijker Karplus, de Amerikaan Levitt en de Israëli Warshel is baanbrekend volgens de Koninklijke Zweedse Academie van Wetenschappen, die de Nobelprijs uitreikt. Dat komt omdat het drietal in staat was om de klassieke natuurkunde van Isaac Newton te koppelen aan de fundamenteel afwijkende kwantumfysica. Eerder moesten wetenschappers kiezen tussen die twee methoden. Aan de prijs is een bedrag van 917.000 euro verbonden. 

Maandag werd de Nobelprijs voor Geneeskunde toegekend aan de Amerikanen James Rothman en Randy Schekman en de Duitser Thomas Südhof voor hun ontdekking van de werking van de belangrijkste transportsystemen in de cel. Dinsdag kregen de Belgisch-Joodse François Englert en de Brit Peter Higgs de Nobelprijs voor Natuurkunde voor hun voorspelling, al in 1964, van het Higgsmechanisme en het bijbehorende Higgsdeeltje [ADV].