Duikers vinden antieke schat op bodem zee Israël

Voor de kust van Israël hebben duikers een unieke vondst gedaan. Diep in de zee vonden ze een schat van zeker 1.600 jaar oud. Het is de grootste vondst in zijn soort van de afgelopen dertig jaar, zo stellen de Israëlische autoriteiten. De schat is gevonden voor de kust van de oude havenstad Caesarea, vlak bij Haifa, en bestaat uit duizenden munten, bronzen lampen en bronzen beelden. Volgens de directeur Jacob Sharvit de Israëlische instelling voor onderwaterarcheologie is dit erg bijzonder.

Indertijd werden ijzeren en bronzen beelden immers vrijwel altijd omgesmolten. Op die manier werd het metaal of brons opnieuw gebruikt. Echter, omdat deze beelden en munten onder water lagen en bedekt wearen door een laag zand, zijn ze intact gebleven. “De vondsten zijn zeer interessant en zijn naast hun buitengewone schoonheid ook nog van historische grote waarde,” aldus Sharvit. De schat komt voort uit een koopvaardijschip uit de laat-Romeinse tijd. Deze boot is waarschijnlijk voor de kust getroffen door een storm en in het zicht van de haven van Ceasara vergaan.

Ruim een jaar geleden werd er voor de kust ook al een schat gevonden. Deze bestond uit tweeduizend gouden munten uit het Kalifaat van de Fatimiden, dat tussen 909 en 1171 een machtsfactor was in de regio. Bij elkaar ging het om negen kilo goud, deskundigen noemden de vondst ‘onbetaalbaar’. De duikers vonden de munten in een oude Romeinse haven aan de Middellandse Zee, ook bij Caesarea, zo hebben de Israëlische autoriteiten destijds bekend gemaakt.

Het komt vaker voor dat er in Israël ontdekkingen uit de oudheid of Middeleeuwen worden gedaan. Dit komt doordat er in het gebied al duizenden jaren mensen wonen en de beschaving aldaar erg oud is. Het land heeft een eigen archeologische dienst, die allerhande zaken coördineert. In 2013 werd er ten oosten van Jeruzalem een Bijbelse archeologische vondst aangetroffen. Het ging om een mogelijk intact paleis dat nog dateert uit de tijd van de koningen van Juda. De Israëlische autoriteiten waren toen nogal terughoudend om het op te graven uit vrees het vredesproces te verstoren. Los daarvan worden de meeste vondsten vaak uitgebreid vertoond.