Grap die toont dat Joden slim zijn met geld

Beeld: Speakersacademy
Beeld: Speakersacademy

‘Geachte aanwezigen,

Ik kan mij levendig voorstellen dat u uiterst verbaasd bent dat ik bij deze emotionele herdenking de genante moed heb om een mop te vertellen. Maar ik had hierbij een bedoeling en een vraag: het was een leuke grap, maar wat als diezelfde grap, die eigenlijk riekt naar antisemitisme (de Jood die sluw is en alleen aan geld denkt!), verteld zou zijn door een niet-Jood? Of als ik deze grap verteld zou hebben aan een publiek waarvan het onbekend is of ze wel/niet achter Israël staan?

Want helaas, helaas is er als gevolg van de polarisatie in onze samenleving, een toename van intolerantie: het antisemitisme, in ons eigen Nederland, wordt weer gemeengoed. G.Z.D. alleen verbaal. Uit een recentelijk onderzoek onder de EU-lidstaten blijkt dat Nederland het goed doet qua antisemitisme. Slechts 5 procent van de bevolking geeft aan antisemitische gevoelens te hebben. Frankrijk, Engeland, Griekenland en de andere lidstaten hebben veel hogere percentages. Maar 5 procent is 5 procent teveel: één op de twintig Nederlanders geeft volmondig toe, zonder schaamte, een antisemiet te zijn.

Bij de voorbereiding voor deze jaarlijkse indrukwekkende herdenking vroeg ik me af hoe het zit met mij persoonlijk. Heb ik last van toenemend antisemitisme? Word ik vaker nagescholden? Voel ik me nog wel veilig in mijn Nederland waar mijn voorouders al eeuwenlang woonachtig zijn? Is het normaal dat mijn huis rondom voorzien is van camera’s en dat niet vanwege angst voor inbrekers?
In mijn woonplaats is de lokale overheid meer dan begripvol. Als er in Israël, Toulouse of in Brussel iets gebeurt, wordt mijn huis extra in de gaten gehouden, mijn huis is voorzien van een uitgebreid alarmsysteem en verbonden met de meldkamer: kortom, alle begrip en medewerking!

Maar het naschelden neemt onomstotelijk toe. Werd ik vroeger nooit nagescholden, het is nu normaal. Natuurlijk, schelden doet geen pijn, het veroorzaakt geen lichamelijke verwondingen, maar geestelijk kwelt het. Iedere keer weer wil ik de jongeren, de kinderen, die me naschelden nalopen, het gesprek met ze aangaan. Maar ze zijn verdwenen, hollen weg, waardoor het probleem blijft.

Maar waar gaat dit naar toe? Moet ik vertrekken uit mijn Nederland? Ben ik bang? Maak ik me zorgen? Moet ik mijn geloofsgenoten waarschuwen? Is iedere niet-jood antisemiet? Onzin! Maar zaai ik dan nodeloze paniek?
Ik voel dat ik hier een opdracht heb als rabbijn. De gaten die gevallen zijn door de jaren ’40-’45 wil ik zoveel mogelijk dichten. En daarom wil ik hier blijven, zolang mogelijk. En als ik naar Israël wil vertrekken, dan wil ik dat vrijwillig doen, niet uit angst of om mezelf te beschermen.

Maar wie scheldt mij na, bijna dagelijks? Allochtonen? Het is heel eenvoudig om alles af te schuiven op de Marrocaantjes, maar of het alleen of in meerderheid allochtonen zijn en geen autochtonen is verre van duidelijk.

Maar een ding is wel duidelijk: het zijn nooit volwassenen die naroepen, die schelden en snel wegfietsen. Het betreft altijd jongeren, kinderen!
Kinderen die net zo oud zijn als mijn kinderen van de Kindertransporten! Kinderen die net zo kind zijn als mijn kinderen van de Kindertransporten. Kinderen die net zo onschuldig zijn als mijn kinderen van de Kindertransporten.

Als ik bij mijn buurman seksueel misbruik bespeur hoef ik maar een enkel kort telefoontje te plegen en een scala van hulpverleners staat voor de deur. Als ik mijn buren verdenk van huiselijk geweld: een enkel seintje en politie is aanwezig. Maar wat als ik mijn buurman ervan verdenk dat hij zijn kinderen opvoedt met haat naar andersdenkenden, als ik hem ervan verdenk dat hij zijn kinderen opjut tegen Joden, als ik weet dat racisme hun godsdienst is geworden?

Een Israëlische Opperrabbijn heb ik horen zeggen dat de kans op vrede in het Midden Oosten erg ver weg is, zolang in de schoolboekjes in bepaalde landen haat wordt gekweekt tegen Joden, tegen alle Joden, ongeacht of ze wel of niet in Israël woonachtig zijn.

Enige jaren geleden kwam bij mij aan man uit Syrië. Hij gaf aan dat hij was opgegroeid met de gedachte, neen met de wetenschap, dat Joden verdelgd moeten worden gelijk ongedierte. Hij wist niet of Joden mensen waren, beesten of dingen……Is dat kind dan verwijtbaar? Is dat kind dan ontspoord en slecht? Is dat mij uitscheldende kind dan schuldig?

Ik zit knel tussen de kinderen die me gisteren en vandaag uitscholden, en de kinderen, mijn kinderen, van de Kindertransporten. Ik zou ze zo graag samenbrengen, om de Kindertransporten van toen te voorkomen voor morgen. Ik wil zo graag dat die scheldende kinderen van nu kunnen spreken met de kinderen van toen, mijn kinderen van de Kindertransporten.
Volwassenen beslissen de richting die de kinderen opgaan. Volwassenen van toen beslisten dat mijn kinderen van de Kindertransporten richting gaskamers moesten gaan. En volwassenen van nu moeten kinderen van nu richting geven, de richting van vrijheid en tolerantie.
Maar de richting vrijheid en tolerantie ligt akelig dicht bij de richting gaskamers.
In mijn dromen zie ik de kinderen van nu vertellen aan mijn kinderen van de Kindertransporten, dat zij ze terug willen hebben, terug uit de gaskamers, terug naar huis. En ik zie ze dan samen spelen met het speelgoed dat hier ligt voor het monument.
Ik ben bezorgd en voel me bekneld tussen mijn kinderen van de Kindertransporten en de kinderen van nu.’

Binyomin Jacobs is opperrabbijn van Nederland.
 

Categorie:

Home » Columns en opinie » Grap die toont dat Joden slim zijn met geld