Haatpredikers toch naar Nederland

Drie haatpredikers die door de regering de toegang tot Nederland zijn ontzegd, mogen toch naar de polder komen. Dat heeft de Rotterdamse rechtbank besloten. Daar had de organisatie van het islamistische festival Ramadan Expo in Utrecht een kort geding aangespannen tegen de staat der Nederlanden. De drie hebben onder andere de terreuraanval van 7 oktober 2023 ontkend.

De organiserende Stichting Dawah-Groep stapte naar de rechter nadat minister David van Weel (VVD) van Justite en Veiligheid en Marjolein Faber (PVV) van Migratie en Asiel hadden beslist om de drie predikers de toegang tot Nederland te ontzeggen. Volgens de organisatie van de Utrechtse Ramadan Expo zijn de uitspraken van de sprekers ‘eenzijdig en misleidend uitgelicht’, aldus RTV Utrecht.

Het gaat om de predikers Ali Hammuda uit Australië, Abu Bakr Zoud en Mohammed Hijab uit het VK, die in het salafistische circuit erg populair zijn, vooral onder moslimjongeren. Ze beweren onder andere dat de terreuraanval van Hamas op 7 oktober 2023 ‘een leugen’ is en stellen bijvoorbeeld dat homoseksualiteit een ziekte is waar je anuskanker van krijgt. Hijab predikt bovendien pedofilie: hij vindt seks met dertienjarige meisjes met ‘enorme borsten’ geen punt.

Volgens de Dawah-Groep hoort het besluit van het kabinet bij ‘de bredere visie die bepaalde coalitiepartijen hanteren ten aanzien van de positie van moslims in de Nederlandse samenleving’. We leggen ons niet neer bij deze oneerlijke behandeling door de overheid, stond in een verklaring. De stichting spande daarom een kort geding aan bij de rechter. ‘Wij vertrouwen erop dat deze onjuiste beslissing op tijd zal worden

herzien’.

Dat vertrouwen bleek volgens de Rotterdamse rechter gegrond. Die stelde donderdag vast dat Van Weel en Faber onvoldoende hebben onderbouwd waarom de drie predikers Nederland niet in zouden hebben gemogen. Omdat er onvoldoende grond was, heeft de rechter het besluit van het kabinet teruggedraaid. Eerder nog zei minister Faber dat juist veel Nederlanders willen dat haatpredikers het land niet in komen.

Volgens het kabinet kunnen de drie predikers ‘bijdragen aan een klimaat van haat, vijandigheid en geweldsverheerlijking’ en moeten ze daarom uit voorzorg weg blijven. Daar zet de rechter nu een streep door. ‘Een teleurstellende uitkomst, want hun retoriek draagt bij aan haat en vijandigheid’, aldus Van Weel op X. Hij zal de uitspraak respecteren. ‘Voor haatzaaierij en het vergoelijken van geweld is hier geen plek’.

Ook minister Faber staat in haar hemd. Eerder zei zij nog: “Vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Hierin mag het ook best schuren, maar wel binnen de democratische waarden die we met elkaar hebben afgesproken. Voor het zaaien van haat is en het vergoelijken van geweld en terrorisme is absoluut geen plek in Nederland.” Faber heeft nog geen reactie gegeven op de uitspraak van de rechter.

De rechtbank verwijst in de uitspraken naar de bevindingen van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) over de drie predikers. Voor twee van hen zag de NCTV onvoldoende bewijs waaruit zou blijken dat ze voldoen aan de criteria voor een extremistische spreker.

Over een derde zegt de NCTV dat deze desinformatie verspreidt en daden van terrorisme ontkent door de terroristische aanval van Hamas te ontkennen. Zijn uitspraken moeten echter ‘in de context worden geplaatst van de Gaza-oorlog en van het bredere Palestijns-Israëlische conflict waarin beide partijen desinformatie verspreiden en geweld inzetten tegen burgers’.