Treffende biografie Henriette Boas – recensie

Biografie Henriette Boas
Henriette Boas' biografie (Boom) (dv)

De Waarheidszoekster. Een leven voor de Joodse Zaak. 
Een indrukwekkende biografie over Henriette Boas door historica Pauline Micheels.

Awraham Meijers

‘Ik vind dat ik, als overlevende, en bovendien als iemand die makkelijke schrijft, de plicht heb dingen te zeggen die anderen ook zouden willen zeggen, of gezegd zouden willen hebben.’

Bij het lezen van De Waarheidszoekster, de biografie over principieel dwarsligger Henriette (roepnaam Jetty) Boas, dringt zich af en toe de roman ‘Herzog’ (1964) op van de Amerikaanse auteur Saul Bellow, waarin Mozes Herzog via briefjes met ‘de buitenwereld’ communiceert vanuit zijn zelfgekozen isolement. De excentrieke werkloze hoogleraar had zich tot doel gesteld een studie over romantiek en christendom te publiceren, wat een fiasco werd. Zijn briefjes aan familieleden, politici, de filosofen Spinoza en Heidegger en zelfs God, worden echter niet verstuurd.

Henriette Boas, Badhoevedorp
Jetty Boas daarentegen bestookte daadwerkelijk ons land, Israël, collega-docenten, leerlingen en ouders, de Israëlische ambassade, literatoren, journalisten, hoofdredacteuren, het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW), Elsevier, Het Parool, Haaretz, kortom; alles en iedereen met persoonlijke en/of ingezonden brieven. De meestal boze – uiterst intelligente en met grote kennis van zaken (ingezonden) brieven – aan bijvoorbeeld het NIW, waren een begrip en werden vaak eerder gelezen dan de journalistieke artikelen en columns, wanneer de ondergetekende ‘Henriette Boas, Badhoevedorp’ was. Want wat zij ongeflatteerd te berde bracht was het lezen meer dan waard, het reet wonden open, of strooide er zout in, dwongen de (andere) waarheid te zien, corrigeerde tot achter de komma en stemde altijd weer tot nadenken en bracht vaak zinvolle discussies op gang.
Biografe Pauline Micheels zegt hier over: ‘Geen enkele onjuistheid of overhaaste conclusie ontging haar scherpe lezersblik.’ Natuurlijk was Jetty geen doorsnee lezer, maar een bovengemiddelde ‘externe waakhond’. Er moeten vele honderden van dergelijke ingezonden brieven zijn geschreven.

Intellectueel milieu
Jetty Boas werd op 10 oktober 1911 geboren in de Amsterdamse Den Texstraat – ze zal over deze buurt, tegen het einde van haar leven het boekje ‘Terug in de Den Texstraat, de bewoners en de omgeving’ schrijven.
Zij is telg uit een intellectueel Joods milieu. Haar vader Marcus Boas was een bekend classicus, die zich letterlijk dag en nacht uitputte in het schrijven van wetenschappelijke artikelen met als doel carrière als hoogleraar te maken. Haar moeder Julie Boas-Snuyff was ‘gewoon’ huisvrouw, maar daarnaast zeer actief in verschillende (Joods) maatschappelijke organisaties. Jetty zal zich later beklagen dat zij nauwelijks tijd konden opbrengen voor hun vier kinderen Jetty, Paula Jeanette, Salomon, roepnaam Sal, maar wordt thuis Piet genoemd, en Samuel Aaron, als jongetje had hij de roepnaam Tinnie, later Tino en nog later Aaron.
Over haar ouders zal Jetty later zeggen dat zij nooit tijd voor hun kinderen hadden. Haar jeugd was daardoor allesbehalve onbezorgd.

De Ilias in Oudgrieks
Jetty, Sal en Tino gingen naar het gymnasium, waar Jetty de beste van de klas was. Paula ging naar de HBS, wat Jetty maar niks vond, zij minachtte iemand die bijvoorbeeld Homerus’ Ilias niet in het Oudgrieks kon lezen. De kinderen gingen twee maal per week naar de Joodse school, waar godsdienst werd onderwezen en zij geënthousiasmeerd werden voor het Zionisme. Dat laatste zal Jetty’s grote passie worden, ondanks haar (vaak terechte) bedenkingen over de praktijk hier van Tino en Paula emigreren uiteindelijk naar Palestina om de Joodse staat – die in 1947 wordt uitgeroepen – te helpen ontwikkelen.

Recht doen aan het Jodendom
Na haar eindexamen gaat Jetty klassieke talen studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Ze was niet alleen buitengewoon intelligent, maar ook een hardwerkende serieuze studente; naast doctoraalexamens psychologie, studeerde ze Godsdienstgeschiedenis en Oude Geschiedenis. In 1938 promoveerde ze bij professor David Cohen, de latere voorzitter van de Joodsche Raad, tijdens de Duitse bezetting. Het boterde niet tussen haar en Cohen, maar dat neemt niet weg dat Jetty het voor hem opnam als historicus Jacques Presser hem in zijn boek ‘Ondergang’ een collaborateur met de nazi’s noemt. Ook hier weer die eeuwige paradox in het leven van Jetty; ze heeft niets moois met Cohen en zal hem toch verdedigen. Presser minacht ze vanwege diens, zoals zij dat noemt, eenvoudige afkomst. Zij vond afkomst de basis bij uitstek om iemand al dan niet serieus te nemen, niet de (intellectuele) ontwikkeling die een persoon doormaakt. Presser werd bij verschillende gelegenheden door haar bejegend als: ‘De Joodse historicus die een zeer beperkte belangstelling heeft voor het Jodendom en Joodse geschiedenis en zich met dat manco voornamelijk met de vervolging bezig houdt, waarmee hij noch zijn vak, noch het Jodendom recht doet. Later zal ze ook Renate Rubinstein iets dergelijks voor de voeten gooien.

Londen tijdens de Tweede Wereldoorlog
Nadat ze is gepromoveerd, kreeg ze net voor het uitbreken van de oorlog een beurs om in Parijs te studeren. Die studie heeft waarschijnlijk haar leven gered, want toen de nazi’s Frankrijk binnenvielen kon ze via Bordeaux met een Nederlands schip naar Engeland vluchten, waar ze tot na de bevrijding bleef. Haar vader overleed in 1941 aan een hartkwaal, haar moeder en broer Sal en diens vrouw overleefden de oorlog in concentratiekamp Theresienstadt.
Jetty werkte ondermeer bij de BBC. Ze ontmoette veel bekende Nederlanders, politici en anderen, en ook Koningin Wilhelmina, waarover de biografe een smakelijk, en voor beide sterke vrouwen typerend, incident weergeeft.
Jetty’s onthulling over antisemitisme van bepaalde Nederlanders is onthutsend. In een interview in weekblad De Tijd zal ze later vertellen dat het verschrikkelijke egoïsten waren, Mensen die in de eerste plaats dachten aan hun eigen carrière:: “Sommigen waren uitgesproken antisemitisch – erger dan ik ooit had meegemaakt”.

Palestina valt tegen
Toen in 1945 Europa was bevrijd, was ze uiteraard blij om terug naar Amsterdam te gaan. De blijdschap sloeg echter al snel om in grote verwarring toen bekend werd welke ontstellende gebeurtenissen hebben plaats gevonden, het gedecimeerde Jodendom. Hoe nu verder?
Ze gaat terug naar Londen, maar wil uiteindelijk naar Palestina, waarvoor ze eind 1946 een visum krijgt om drie maanden te studeren aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem. Samen met haar moeder arriveert ze op 13 april 1947 in Haifa. Al snel voelt ze zich hier niet thuis en is verwonderd over het leven in Palestina. Zo schreef ze: ‘Ik vind het leven hier werkelijk erg ingewikkeld’. En: ‘Het is hier tenslotte niet helemaal het land dat ik op propaganda-films had gezien’.
Naast enkele redelijk succesvolle ontwikkelingen had ze vooral tegenslag. Uiteindelijk werd ze vanwege onmin met haar buren door hen voor de rechter wordt gedaagd. Ze verloor het proces en moest de kosten betalen.
Ze stapte op 10 december 1951 op het vliegtuig naar Amsterdam.

Rare vreemde vrouw
Allerlei banen passeren de revue, maar een wetenschappelijke carrière is niet voor Jetty Boas weggelegd. Ze is (onderbetaald) correspondent van de Israëlische krant Haaretz. Ze geeft les aan verschillende scholen, waar haar merkwaardige persoonlijkheid beslist opviel en soms ze zelfs ontslagen werd. Een oud-leerling van haar zegt dat ze juffrouw Boas een rare vreemde vrouw vonden: “Er kon nooit een lachje af, het was allemaal bloedserieus (…) Misschien had ze wel empathie, maar dat kwam er niet uit. Ze was geïsoleerd, ook naar ons, wat dat betreft paste ze helemaal niet bij de andere docenten en ook niet bij de school’

Twee soorten Joden
Ze was betrokken bij ‘de zaak Menten’ (1976) waarin journalist en oud NIW-hoofdredacteur Hans Knoop een belangrijke rol speelde, die van Jetty beperkte zich tot ondermeer het verstrekken van informatie. Een andere zaak was die van CDA-politicus Aantjes, die had verzwegen dat hij tijdens WOII bij de Germaanse SS diende. Jetty bracht publiekelijk begrip voor hem op.
En dan was er de zaak Weinreb, de omstreden orthodoxe Jood, die tijdens de oorlog op slinkse wijze Joden had verraden. Er ontstonden twee kampen in de hoogoplopende en alsmaar escalerende strijd, waarbij Jetty Boas en schrijfster/columniste en links intellectueel Renate Rubinstein elkaar vaak in de haren vlogen. Wat Jetty betrof mocht alles ingezet worden en verweet zij Rubinstein dat deze ‘maar’ een vaderjodin was en dus niets van het Jodendom en haar problematiek snapte. Voor Jetty bestonden er in feite twee soorten Joden, namelijk goede Joden (zoals zij en haar medestanders) en linkse Joden, Rubinstein bevond zich in de tweede categorie.

Het overlijden van Jetty Boas
Op 20 juni 2001 schreef ze haar laatste ingezonden brief naar Het Parool. De dag daarop ging de dramatisch verzwakte vrouw met Frits Hoogewoud naar een symposium op de UVA. De dag daarop is ze door een buurman thuis onder aan de trap gevonden, weliswaar bij bewustzijn, maar erg verward. In het ziekenhuis werd vastgesteld dat ze waarschijnlijk een hersenbloeding heeft gehad. Op zaterdag 23 juni 2001 sterft ze, 89 jaar oud.
Bas Heijne – oud-leerling van Jetty – schrijft in zijn necrologie dat de ingezonden brief en haar onverzettelijke neiging tot rechtzetten, haar de reputatie bezorgde van een excentrieke lastpak:‘Die echter ook schoorvoetend respect afdwong, simpel en alleen omdat ze in de meeste zaken waar ze zich tegenaan bemoeide, gelijk had’.
Parool-journalist Paul Arnoldussen schetste haar uiterst sobere levensstijl als volgt: ‘Afgelopen vrijdag is ze in haar huis van de trap gevallen, die de etage met boeken en bed verbond met de etage met boeken en een stoel’. .

Spannende biografie
Uit de biografie komt Jetty Boas als een gefrustreerde geleerde naar voren, een einzelgänger die een andere toekomst voor zichzelf in gedachten had. Een sociaalgehandicapte intellectueel is zij, die zich niet schaamde om overal en altijd haar gelijk te halen – wat ze dus ook meestal had. Dat ze door een dergelijke Rücksichtslose mentaliteit veel vijanden en weinig vrienden maakte, deerde haar niet. Ze kon mateloos irriteren door bijvoorbeeld in een interview te zeggen dat ze ‘erg intelligent is’. Maar als ze niet de eer kreeg die haar terecht toekwam, zoals bijvoorbeeld tijdens de affaire Menten, dan reageerde ze als een kwetsbaar mens. De biografie laat veel psychologische kanten van deze wonderbaarlijke vrouw zien. Duidelijk is dat ze veel bewonderaars had, maar ook dat het aantal opponenten en mensen die zich aan haar ergerden zeker zo groot was, zoals de biografe vermeldt.

Zij heeft met bewonderenswaardige accuratesse een liefdevol en schitterend beeld geschetst van een lastige, intelligente, intrigerende, eenzame, omstreden, dappere, soms naïeve, bikkelharde, vrouw. Daar zal de lezer dankbaar voor zijn. Het is weliswaar een biografie, maar door Micheels schrijfwijze en benadering van haar onderwerp en belichting van de feiten, is het vooral erg spannend in letterlijke betekenis. Ook en vooral omdat Pauline Micheels de lezer een brede kijk gunt op een tumultueuze eeuw die achter ons ligt. Een aanrader dus!

Titel: De Waarheidszoekster. Een leven voor de Joodse Zaak.
Auteur: Pauline Micheels
Uitgever: Boom Amsterdam
Winkelprijs: 22,50 euro

ISBN 978 94 6105 699 3

Categorie:

Home » Cultuur » Boeken » Treffende biografie Henriette Boas – recensie