Jacobs: ‘De mooiste sjoel van Nederland heeft een belangrijke taak’

Opperrabbijn Jacobs (beeld: speakersacademy)
Opperrabbijn Jacobs (beeld: speakersacademy)

De viering werd gehouden in de sjoel, die 85 jaar geleden in Enschede open ging. De bijeenkomst werd bijgewoond door burgemeester Peter den Oudsten (PvdA) en vertegenwoordigers van de Joodse Gemeente Twente. Opperrabbijn Binyomin Jacobs was een van de sprekers. Hier is zijn speech:

‘Toen ik jaren geleden in deze sjoel een lezing gaf voor een niet-joods publiek kreeg ik een compliment voor mijn goede Nederlands. Mijn ietwat verbouwereerde reactie was: maar ik ben toch Nederlander! Waarop de opmerking uit het publiek kwam: Oh! We dachten dat u Joods was!

Twee weken geleden lazen we in het NIW een artikel over het 85 jarig bestaan van deze Mooiste Synagoge van Nederland. Tegelijkertijd werd er aandacht besteed aan het vertrek van rabbijn en mevrouw Philipson. Het artikel had als titel: “Bitterzoete verjaarstaart”. Het was een artikel in mineur, meer bitter dan zoet. Vertrek van de huidige rabbijn, weinig jeugd, nauwelijks tot geen toekomst…en wat dan blijft is een prachtige synagoge zonder Joodse Gemeente. Het is als een lichaam zonder ziel!
Maar klopt dit trieste beeld? Ja, de Joodse Gemeente is klein en wordt misschien nog kleiner.

Enige maanden geleden was ik in het noorden van Hongarije, in een plaats genaamd Sarostapak. Daar is een grote universiteit die opleidt tot predikant. Ik was uitgenodigd om daar een aantal lezingen te geven en werd vergezeld door een bevriende dominee uit Nederland, een medewerker van Christenen voor Israël en een vertegenwoordiger van Christenen voor Israël uit Wenen. Het bezoek dat als doel had ‘antisemitisme bestrijding’ werd een pijnlijke mislukking. Ik zal u de details besparen. De avond voor vertrek wilde ik, vanwege gebrek aan een betere besteding van mijn tijd, een bezoek brengen aan de Joodse begraafplaats in het stadje, en toen gebeurde het: we komen met zijn vieren aan bij een grote joodse begraafplaats, midden in het centrum. Het was ijskoud, beklemmend donker, erg laat en alles was op slot. Maar er hing bij een van de poorten een vunzig papiertje met een telefoonnummer. We belden en kregen zowaar iemand aan de lijn met als gevolg dat binnen 10 minuten er een Joodse man kwam aanrijden. Het leek alsof hij zo uit de musical Anatevka was gestapt. Laarzen, een baard, een keppel, tsietsiet, yiddish sprekend en een en al vriendelijkheid. Voordat hij voor ons de begraafplaats opende moesten we eerst mee een gebouw in. Het bleek een sjoel te zijn, er was een mikwa, slaapgelegenheid, een keuken……Eens was hier een grote Joodse gemeenschap geweest. Uitgemoord. Hij was de enige Jood die nu nog hier woonachtig was. Hij beheerde de begraafplaats waar velen komen om te bidden op het graf van een beroemde rabbijn die hier begraven ligt…..
Die ontmoeting die zo warm was in de ijzige en snijdende koude, in het holst van de nacht, zal ik nooit vergeten. En ook mijn niet-joodse metgezellen kunnen die avond niet uit hun geheugen verwijderen. Wat een bijna G’ddelijke kracht ging er uit van deze man en van zijn geschiedenis! Onze mislukte reis werd ter plekke verheven tot een imposant succes, een bron van inspiratie!

Toen onze aartsvader Awraham de toekomst niet meer zag zitten bracht G’d hem naar buiten en sprak tot hem: kijk naar de hemel en tel de sterren…. Zo, zei G’d aan Awraham, zullen je nakomelingen zijn. (Genenis 15:5)  Waarom moest Awraham naar buiten om de sterren te aanschouwen? Ongetwijfeld wist hij ook binnen dat het aantal sterren ontelbaar is. En nog een probleem: G’d nam Awraham overdag naar buiten en op klaarlichte dag zijn er überhaupt geen sterren te zien! En los hiervan:

יעקב ×›×™ קטן         דוד הוא הקטן     אתם המעט מכל העמים   Op vele plaatsen in Tenach, de Bijbel, wordt juist onderstreept dat wij een klein volk zijn!

Wat wilde G’d hier tonen aan Awraham en aan ons allen? De sterren zijn ontelbaar en stuk voor stuk produceren ze licht. En dan komt die ene zon op, verspreid zijn intense straling en vanaf dat moment is er niets meer te zien van al die ontelbare sterren. Want: kwaliteit verslaat kwantiteit! Dat toonde G’d aan Awraham. De kracht van een Joodse Gemeente, en zeker ook van de Joodse Gemeente Twente, ligt niet in de kwantiteit, maar in de kwaliteit, de inzet van vaak enkelingen, de gedrevenheid waarmee een gemeenschap zich presenteert.

Op de uitnodiging voor deze bijeenkomst lezen we: Want Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden voor alle volkeren. Bedoeld wordt hiermee de Tempel in Jeruzalem. Maar ook een sjoel, een synagoge, wordt vergeleken met de Tempel en wordt beschouwd als een klein Heiligdom, een afgeleide van de Tempel in Jeruzalem.

Wat is de betekenis van deze woorden, van de synagoge en van de Joodse Gemeente? Is de Joodse Gemeente er uitsluitend voor haar leden? Staat deze sjoel er uitsluitend voor de Joden? Of is het de bedoeling dat allen zich bekeren tot het Jodendom?
Hoewel het Jodendom absoluut niet missionair is en er nooit op uit is om anderen onze denkbeelden op te leggen, ligt er weldegelijk een opdracht, ook naar de ons omringende samenleving. Tegelijk met het geven van de 613 ge- en verboden op de berg Sinai aan het Joodse volk, kregen wij ook de opdracht om de zogenaamde zeven Noachidische wetten te verspreiden. Wetten die mondiaal en universeel zijn en die nodig zijn om een samenleving leefbaar te maken voor een ieder. Vanwege antisemitisme moesten de Joden vaak, door de eeuwen heen, zwijgen en vooral niet proberen om aan de samenleving een bijdrage te leveren. Er heerste angst, vooral vanuit de RK kerk, dat Joden de trouwe gelovige Christenen zouden overhalen om hun geloof te verlaten en toe te treden tot het Jodendom. Volkomen onterecht! Maar in essentie hebben wij wel een verplichting om een bijdrage te leveren aan de ons omringende maatschappij waarvan wij een deel uitmaken.

De Joodse textielgiganten, waaronder de Menko’s, hebben voor de WO II een indrukwekkende bijdrage geleverd aan de bloei en het welzijn van Enschede. Zeker niet alleen vanwege hun donatie aan de bouw van deze synagoge, ook wel genoemd circus Menko. Zij stonden breed en algemeen bekend als weldoeners en werden door een ieder, Jood en niet-jood en speciaal door hun personeel, op handen gedragen. Zij zijn onlosmakelijk verbonden aan de geschiedenis van Enschede.

Ook de huidige Joodse Gemeente sluit zich niet af voor de rest van Enschede en wil een dienende functie bekleden. De Joodse Gemeente opent met enthousiasme de deuren van de synagoge voor andersdenkenden, geeft rondleidingen, roept op tot wederzijds begrip en respect en gaat het gesprek niet uit de weg. Hiermee wordt en is de sjoel niet alleen van belang voor de Joodse Gemeente zelf, maar voor alle inwoners van Enschede, Twente en ook voor nabuursteden in Duitsland.

Maar er is meer dan alleen een bijdrage leveren aan de maatschappij in haar volle breedte. Antisemitisme steekt de kop op. De scheiding tussen antizionisme en antisemitisme is flinterdun. Ook hier ligt een belangrijke taak voor de sjoel van Enschede en juist als de joodse gemeenschap klein is. Een goed en open contact in de vorm van een lezing of een rondleiding in het hart van de Joodse Gemeente is van vitaal belang. En hoe belangrijk is het dat die rondleiding dan gegeven kan worden vanuit de Joodse Gemeente zelf. De sjoel mag niet degraderen tot een museum waar anderen vertellen over Joden die hier eens waren. De kwaliteit telt en straalt uit, gelijk de zon, gelijk die Jood uit Sarostapak. Het mag niet zo zijn dat ik een compliment krijg voor mijn Nederlands en het microscopische vergrootglas richting Israël moet op zijn minst gerelativeerd worden. Doe ik nu aan politiek? Ja en neen. Natuurlijk moeten we als Joodse Gemeente niet aan politiek doen, maar onze ogen sluiten voor de wijze waarop ons aller Israël in de media en in de wereld te vaak en meestal ten onrechte wordt veroordeeld en te geloven dat Israël en Joden niet aan elkaar worden gekoppeld, getuigd van een onverantwoorde naïviteit. In de Poerim geschiedenis lezen wij dat als Koningin Ester, de vrouw van de koning van het grote en machtige Perzische Rijk, zich afzijdig houdt van de dreigende uitroeiing van de Joden om haar heen, waarschuwt haar neef Mordechaj vermanend en zegt haar dat zij de plicht heeft om te helpen en dat zij niet moet en mag denken dat de op handen zijnde vernietiging  van haar volk, haar niet zal treffen.

De mooiste sjoel van Nederland heeft een belangrijke taak:

• Als actieve waarschuwing tegen opkomende discriminatie, intolerantie en antisemitisme.
• Als positieve inspiratiebron voor de ons omringende multiculturele samenleving.
• Als trefpunt en plaats van samenkomst voor de Joodse Gemeenschap.

ik wens oeleu heul veul geluk inn tuk, en goad goan’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Jacobs: ‘De mooiste sjoel van Nederland heeft een belangrijke taak’