Jentje Weijs ontvangt postuum Yad Vashem-prijs

Weijs liet Joden onderduiken in haar huis in Sint Jansklooster. Dat was niet gemakkelijk, want in 1941 overleed haar man en werd ze weduwe. Vervolgens moest ze in haar eentje tien kinderen onderhouden en grootbrengen. Desondanks besloot Weijs om Joden te helpen onderduiken. In 1942 kwam de eerste Joodse onderduiker in het huis wonen, waarna er nog velen zouden volgen. Onder meer de familie Herz en de Arnhemse slagersfamilie Nathans.

Tijdens haar leven ontving Weijs al een Amerikaanse en een Britse onderscheiding. Ook kreeg ze reeds postuum het Verzetsherdenkingskruis. Maar bij Yad Vashem, de Israëlische instelling die redders van Joden onderscheidt, was haar verhaal nog onbekend. Aangespoord door zijn kinderen en kleinkinderen besloot Appie Weijs Sr., het tot op vorig jaar enige nog levende kind van Jentje, zijn herinneringen aan de oorlogstijd op papier te zetten voor Yad Vashem, waar getuigenverklaringen essentieel zijn. Appie Weijs diende zijn aanvraag op tijd in. Vlak voor zijn dood kreeg hij te horen dat zijn moeder de onderscheiding postuum zou krijgen.

Woensdag krijgt Jentje Weijs in de synagoge van Arnhem de Yad Vashem-onderscheiding dus postuum uitgereikt. Omdat zoon Appie niet meer leeft, zal haar nog levende schoondochter de prijs en oorkonde in ontvangst nemen. Ze krijgt die uit handen van de Israëlische ambassadeur Haim Divon, die voor de gelegenheid naar de Gelderse hoofdstad afreist. Bij de uitreiking zullen onder andere 35 familieleden van Weijs aanwezig zijn.