Joden Apeldoorn doen mee aan vredeswandeling
Bestuursleden van de Joodse gemeenschap in Apeldoorn en omgeving hebben meegelopen in een ‘vredeswandeling’ door de Gelderse gemeente. Die werd op maandagavond gehouden in het kader van de internationale dag van de vrede. Tijdens de optocht droegen de deelnemers borden met zich mee van de namen van landen waar ‘strijd en geweld’ heersen. Er was ook een bord met ‘Israël’ erop. Anderen hielden plakkaten vast met ‘vrede’ erop en hadden brandende fakkels bij zich.
De toch begon op het Kerkplein en leidde langs monumenten en religieuze gebouwen. Op het Marktplein werd stilgestaan bij het monument voor de slachtoffers van Kamp Rees, waar honderden dwangarbeiders uit Apeldoorn in 1944 onder zeer slechte omstandigheden moesten werken en massaal stierven aan verminking, ziekte en ondervoeding. Voor de synagoge sprak opperrabbijn Binyomin Jacobs de menigte toe. Hij uitte zijn zorg over de huidige brandhaarden van intolerantie, onderdrukking en racisme. Hij verwees naar het boek Exodus, dat gaat over het vertrek van het Joodse volk uit Egypte. “Ieder mens,” aldus Jacobs, “heeft de plicht weg te trekken; dus zich af te keren, van de onderdrukking van de ene mens door de andere.”
De opperrabbijn herinnerde aan het grote gevaar van ‘de volgzame meerderheid’. “Niet de relatief kleine echt kwaadwillende groep, maar juist de meute kan zo gevaarlijk zijn: het enorme aantal middenmoters dat de weg kiest van de minste weerstand. Dat de neiging heeft te zwijgen. Dat liever wegkijkt dan geconstateerd onrecht aan de kaak te stellen. Díe groep moeten wij blijvend herinneren aan de individuele noodzaak om, iedere dag weer, uit Egypte weg te trekken. Weg van geweld, ongelijkwaardigheid en haat in de richting van vreedzaamheid, gelijkwaardigheid en tolerantie. Die richting moeten we niet eenmaal, maar blijvend bewaken,” zei Jacobs, waarna de vredeswandeling tot zijn einde liep.
