Joden Argentinië willen Nobelprijs voor paus
Paus Franciscus heeft een ontmoeting van anderhalf uur gehad met familieleden en vrienden van slachtoffers van de bomaanslag op het Joods cultureel centrum AMIA in 1994. Hij sprak zijn steun uit voor hun pogingen om de waarheid te achterhalen en recht te laten geschieden. De Argentijnse Joden willen hem uit erkentelijkheid voor het werk dat hij gedaan heeft, voordragen voor de Nobelprijs voor de Vrede.
De aanval vond plaats op de ochtend van 18 juli 1994. Een autobom verwoeste de AMIA (Asociacion Mutual Israelita Argentina), een Joods gemeenschapscentrum in Buenos Aires en volgde slechts twee jaar na de aanval op de Israëlische ambassade daar in 1992. Een officieel overheidsrapport stelde Iran en Hezbolla verantwoordelijk voor de misdaad, maar niemand werd veroordeeld.
“Reken op mij”, vertelde de paus bij de ontmoeting. Hij moedigde de Joden aan door te gaan met hun inspanningen omdat “dit de enige weg is” en “het noodzakelijk is zo snel mogelijk de echte waarheid te achterhalen, die ons rechtvaardigheid zal brengen”. “Alleen op die manier kunnen jullie de vrede krijgen die jullie zoeken”, aldus de paus.
Ten tijde van de aanslag was Bergoglio hulpbisschop in Buenos Aires, maar hij was de eerste publieke figuur die de petitie ondertekende en de aanval veroordeelde. De leiders van de 250.000 Argentijnse Joden – die meestal in Buenos Aires wonen – beschouwen hem als een vriend en zijn erkentelijk voor zijn “solidariteit met de Joodse gemeenschap” en zijn duurzame steun, ook na de aanval.
Bron: Vatican Insider
