Joodse en moslimorganisaties gaan samen optrekken tegen antisemitisme
Dit blijkt uit ronde tafelgesprekken die werden gehouden onder leiding van minister Lodewijk Asscher (PvdA) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij zette de gesprekken in na de maatschappelijke discussie die ontstond toen Turks-Nederlandse jongeren antisemitische uitspraken deden in een tv-programma van de NTR, afgelopen maart. Aan de gesprekken namen onder andere het CIDI, de Anne Frankstichting, het Centraal Joods Overleg, het Inspraakorgaan Turken (IOT), het Contactorgaan Moslims en Overheid, en het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN) deel. Dit blijkt uit een brief van Asscher aan de Tweede Kamer.
Het doel van de ronde tafels was het samenbrengen van belanghebbende groepen rond het terugdringen van antisemitisme onder jongeren, en het bespreken van acties die nodig zijn om antisemitische uitlatingen en vooroordelen onder jongeren te verminderen. Ook kwamen de partijen bijeen om antisemitisme te voorkomen en hun samenwerking te versterken. Tijdens de gesprekken werd duidelijk dat het Contactorgaan Moslims en Overheid gaat samenwerken met de betrokken Joodse organisaties wanneer er zich weer antisemitische incidenten voordoen.
Hiernaast werden er afspraken gemaakt over de aanpak van discriminatie in het onderwijs. Uit onderzoek blijkt dat bepaalde docenten zich ongemakkelijk voelen wanneer ze in de klas moeten lesgeven over de Jodenvervolging. Leerlingen accepteren de les niet en rebelleren tegen het onderwerp. Andere onderwerpen zoals antisemitisme, homofobie en islamofobie liggen eveneens gevoelig. Onderzoekers van het ministerie van Onderwijs constateren dat er ruim voldoende lesmateriaal over bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging voor handen is, maar dat de lesmethoden vaak onvoldoende zijn om deze onderwerpen goed aan het voetlicht te brengen. Er moet dan ook geinvesteerd worden in de manier waarop Holocaust-onderwijs gegeven wordt. ‘Een veilige omgeving voor docenten en steun van collega’s en het schoolbestuur bij het bespreekbaar maken van discriminatie en antisemitisme zijn van groot belang’, zo schrijft Asscher in zijn brief naar de Kamer.
In de Tweede Kamer werd donderdag een debat gehouden over het onderwerp. Daar meldde Asscher dat de Onderwijsinspectie moet ingrijpen op scholen waar geen les wordt gegeven over de Tweede Wereldoorlog en de Sjoa. Ook moet de inspectie toezien op de wijze waarop wordt lesgegeven over de Holocaust. Daarnaast komt er meer onderzoek. De Anne Frankstichting had al onderzoek laten doen. Daaruit blijkt dat antisemitisme onder jongeren kan voortvloeien uit opvattingen over het Midden-Oostenconflict of zich manifesteert bij het supporten van clubs uit het betaald voetbal. Uit de ronde tafels bleek dat een vervolgonderzoek naar de triggerfactoren van antisemitisme gewenst is, met daarin ook specifieke aandacht voor de rol van sociale media.
Ten slotte zal het Comité 4 en 5 mei het thema ’discriminatie, antisemitisme en vooroordelen’ meenemen op haar website www.lesmateriaaloorlogenvrede.nl. Asscher zelf concludeert in zijn brief dat ‘de ronde tafels hebben geleid tot samenwerkingsverbanden tussen de verschillende aanwezige partijen’. Zijn ministerie zal de samenwerking indien nodig blijven faciliteren, ‘zodat de stakeholders elkaar nu en in de toekomst blijven vinden in de bestrijding en aanpak van antisemitisme’.
Lees hier de hele brief van Asscher in de Facebook-groep van Jonet.
