Middeleeuwse Joodse begraafplaats in Rome
Italiaanse archeologen hebben een deel opgegraven van het zogenaamde Campus Iudaeorum, de lang verloren gewaande Joodse begraafplaats in Rome in de Middeleeuwen. De ontdekking van 38 graven, met onbeschadigde skeletten, werd deze week aangekondigd op een persconferentie in het Nationale Romeinse Museum. Er werd tevens een steen met een deel van een Hebreeuws opschrift gevonden.
De graven, die dateren vanaf de veertiende tot de vroege zeventiende eeuw, werden gevonden tijdens opgravingen bij de herbouw van het Palazzo Leonori dat zal gaan dienen als het nieuwe hoofdkantoor van een verzekeringsmaatschappij.
De archeologen groeven tot op acht meter diepte. Op een foto die werd gepubliceerd door de krant Il Messaggero, zijn rijen graven te zien. De archeologe Marzia Di Mento vertelde aan Il Messaggero dat de meeste opgegraven overblijfselen van mannen lijken te zijn. Houtfragmenten en spijkers wijzen erop dat de lichamen in houten doodskisten zijn begraven. Twee skeletten, kennelijk van vrouwen, droegen gouden ringen.
Naast de begraafplaats werden tijdens de opgravingen ook overblijfselen van een oude Romeinse looierij gevonden. Als het werk gereed is, zullen twee delen van de opgravingen een klein museum worden dat op afspraak kan worden bezocht.
De plek van de begraafplaats, in de wijk Trastevere, was al bekend uit oude stadsplattegronden en archieven, maar de begraafplaats zelf was al eeuwen geleden verdwenen. Hij werd overgenomen door pauselijke heersers aan het eind van de zestiende eeuw en uiteindelijk met de grond gelijk gemaakt in het midden van de zeventiende eeuw toen er nieuwe stadsmuren werden gebouwd. In die periode woonden de Joden al gedwongen in een getto. Zij maakten een nieuwe begraafplaats in de buurt van het Circus Maximus, die op zijn beurt weer werd vernietigd door het fascistische regime in de jaren ’30 van de vorige eeuw. Tegenwoordig is het de rozentuin van de gemeente Rome; een kleine plaquette vermeldt dat zich op deze plaats een Joodse begraafplaats bevond.
