Natuurrampen brengen tegenstanders bij elkaar
Rampenteams uit de hele wereld werkten samen in een door de EU gesponsorde oefening in het bestrijden van bosbranden en aardbevingen.
Natuurrampen hebben de nare gewoonte om lijnen die door mensen op de kaart zijn getrokken niet te respecteren. Bosbranden kunnen in het ene land beginnen en zich zomaar uitbreiden of verplaatsen naar een ander land. Aardbevingen kunnen een hele regio raken.
Als voorbereiding op dit soort natuurrampen kwamen rampenteams uit Israël, Jordanië en de Palestijnse gebieden, maar ook uit Spanje, Italië en Frankrijk deze week bijeen in de Joodse staat om te leren samenwerken en technieken uit te wisselen als onderdeel van een oefening die door de Europese Unie werd gesponsord. De oefening kreeg de naam Bosbranden in het Midden-Oosten, maar de branden en aardbevingen waren dit keer gesimuleerd.
De gesimuleerde, enorme bosbrand verspreidde zich door Israël, de Westelijke Jordaanoever en Jordanië, waardoor het noodzakelijk was voor teams uit Israël, Jordanië en de Palestijnse gebieden om samen te werken, met hulp van Europese landen, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken in Israël. “Het scenario (van de oefening, red.) is dat er een enorme brand uitbreekt die zich tot een regionale ramp ontwikkelt. Het vuur gaat samen met bijkomende rampen en gaat van het ene land naar het andere,” aldus een verklaring van het ministerie.
Yoram Levi, woordvoerder van de Branden- en Reddingsautoriteit in Israël, vertelt dat het deel van de oefening dat gaat om brandbestrijding plaatsvond op twee plekken: het Lahav-bos ten noordoosten van Be’er Sheva en in een bos bij Amatzia, ten zuidoosten van Kiryat Gat. Om de oefening realistischer te maken, zo vertelt Levi aan de Times of Israël, werden er kleine, beheersbare brandjes gesticht in open velden bij de bossen. “Er was een beetje vuur, maar veel rook,” aldus Levi.
Daarnaast oefenden reddingsteams uit Israël, de Palestijnse gebieden, Jordanië en Spanje hun taken bij een grote aardbeving. Daarbij moesten mensen worden gered die onder het puin waren bedolven. De oefening vond plaats op een legerbasis in het zuiden van Israël, zo vertelt luitenant-kolonel Shlomi Ben-Yair. Hij is commandant van het ‘Home Front Command’s Ram Battalion’ dat ook meedeed aan de oefening. “Het is een enorme oefening,” zo vertelt hij, “we oefenen voor elk aspect van een ramp.”
Zo’n vierduizend personen – waarvan ongeveer de helft uit Israël – namen deel aan de tweedaagse oefening die afgelopen dinsdag begon. Van Israëlische kant waren er, naast de brandweer en de soldaten van het Home Front Command, vertegenwoordigers van de Israëlische politie, Magen David Adom en andere spoedhulpdiensten betrokken bij de oefening.
Jordanië stuurde een brandweervliegtuig, tientallen reddingswerkers, brandweerauto’s en medische teams. De Palestijnse Autoriteit stuurde ook tientallen brandweerlieden en reddingswerkers, plus brandweerauto’s. Frankrijk, Italië en Spanje stuurden elk brandweerlieden, medische teams en brandweervliegtuigen. Spanje stuurde tevens een groep reddingswerkers die samen oefenden met de Jordaanse, Israëlische en Palestijnse teams.
Maar voor veel teams was dit de eerste keer dat zij samenwerkten. Ben-Yair vertelt dat dit voor hem de eerste keer was dat hij samenwerkte met Palestijnse reddingswerkers. Een groot probleem bij zulke internationale oefeningen is de taal. In dit geval ging het om Hebreeuws, Arabisch en Spaans. “Wij moesten een gezamenlijke taal vinden,” aldus Ben-Yair. Dat was in de meeste gevallen Engels, maar er was toch nog veel Hebreeuws en Arabisch te horen. Bij de evaluaties was het echt nodig dat iedereen de geboden informatie begreep en daarom werd alles in de drie talen van de deelnemers vertaald en dat werkte goed, zo vertelt Ben-Yair.
De oefening werd woensdag afgesloten met een ceremonie voor alle deelnemers, in de buurt van Beth Shemesh.
