‘Nederlandse Joden door de eeuwen heen’ – recensie

Youtube

‘Het is altijd mooi dat een boek zó in de smaak valt dat het meer dan twintig jaar later vanwege de grote vraag wordt herdrukt. Het is nog mooier dat dan de gelegenheid wordt aangegrepen om het boek te vernieuwen en uit te breiden. Het gaat om het standaardwerk Geschiedenis van de joden in Nederland uit 1995, toen uitgebracht onder redactie van de hoogleraren Blom, Fuks-Mansfeld en Schöffer, waarvan alleen Blom is overgebleven. Samen met oude en nieuwe auteurs is een nieuw boekwerk tot stand gekomen. Het aantal pagina’s is bijna negentig pagina’s meer, er zijn nu ook negen hoofdstukken, maar er is toch veel veranderd.

In de inleiding wordt vermeld dat de aanpak uit 1995 de nadruk legde op de eigenheid van de Nederlands-Joodse geschiedenis en dat er nu meer gekeken wordt naar de internationale Joodse context. Dat kon ook gebeuren omdat er de afgelopen twintig jaar tal van studies over Joden en/in Nederland zijn verschenen; over klassieke onderwerpen, maar ook over tal van “minder ontgonnen terreinen”. Nederlandse Joden in de Nederlandse koloniën is zo’n onderwerp met het moeilijke punt van in slaven handelende Joden; dáár waren de Joden zeker geen achtergestelde minderheid. Economische ontwikkelingen, vaak een ondergeschoven kindje bij geschiedschrijving, komen nu meer aan bod en dan komt internationalisering vanzelf naar voren.
Door nieuw onderzoek worden vaste ideeën ook bevraagbaar zoals het door ieder aanvaarde denkbeeld dat de burgerlijke gelijkstelling van de Joden gelijkstond met hun emancipatie. Het vloeiende onderscheid tussen Jood en niet-Jood komt veel meer naar voren; waren de maranen deep down echte Joden, of was er sprake van een mix van christendom en Jodendom? En in de inleiding is, net als in 1995 sprake van begrippen als assimilatie, acculturatie en integratie, maar het is veel complexer geworden.
Dat laatste is door de hele studie voelbaar; in 1995 stond nog veel meer vast. Dat heeft als nadeel dat er nu meer sprake is van wellicht, misschien, waarschijnlijk en vermoedelijk.
Drie hoofdstukken (over 1750-1814, 1814-1870 en 1945-nu) zijn volledig herschreven door nieuwe auteurs en bij de andere hoofdstukken zijn aanpassingen gepleegd.

In de Middeleeuwen is de aanwezigheid van Joden in Nederland marginaal geweest en er is zeer weinig kennis over, maar het is volgens de auteur toch een verstoten minderheid. Het volgende hoofdstuk behandelt de immigratie, eerst de “Portugezen” via Antwerpen en daarna de Hoogduitse Joden, allen op zoek naar een beter en beschermder leven. “De vloed van immigranten werd met de dag gevarieerder qua geografische en qua sociaaleconomische achtergrond en het werd steeds moeilijker de nieuwkomers in de oude structuur van de drie gemeenten in te passen.” Rond 1750, tot het economische ronduit slecht ging, vertrokken er ook Joden naar Engeland, Noord-Amerika of Suriname. Dat lijkt de uniciteit van de Joden in de Republiek wat kleiner te maken, hoewel hoofdstuk vier eindigt met de zinsnede: er ontstond “een gemeenschappelijke Joodse leefwijze, die werd gevoed door het gevoel zich te bevinden in een Republiek die bescherming bood, verdraagzaamheid en stabiliteit.”
Of de Verlichting nu revolutionair of evolutionair was, zoals de vraagstelling in hoofdstuk vijf luidt, wordt niet helemaal duidelijk. Het volgende hoofdstuk dat 1814-1870 onder de loep neemt, laat onder andere de interactie tussen staat en Jodendom zien en spreekt over “modern burgerschap”. De conclusie is, dat “teruggezien kon worden op een periode van grote transities waarin het Joodse leven was gestructureerd en een nieuwe eigen identiteit had gevormd.” Tja.

Hoofdstuk zeven (1870-1940) is niet noemenswaardig veranderd, maar het valt op dat het vroegere deelhoofdstuk “Assimilatie, integratie en antisemitisme” in tweeën is geknipt, waarbij antisemitisme een eigen hoofdstuk(je) heeft.
Bij het oorlogshoofdstuk is goed gebruik gemaakt van alle studies die verschenen zijn rond de vraag waarom Nederland met 79 procent slachtoffers zo afsteekt tegen veertig procent in België en 38 procent in Frankrijk. Het aantal factoren dat daartoe heeft bijgedragen, wordt groter én vermindert de kans dat “de Nederlandse paradox” eenduidig verklaard kan worden.

Het laatste hoofdstuk is het meest nieuwe hoofdstuk, maar dat is niet zo gek; er moest nog meer dan twintig jaar bijkomen. Er is te veel sprake van en toen, en toen, en toen, maar dat kan moeilijk anders omdat er voor diepgaande analyses niet genoeg tijd is verstreken. De eindconclusie is dat er een veel grotere diversiteit onder Joden is ontstaan en een toenemende internationalisering. Dat zou je waarschijnlijk ook van de niet-Joden in Nederland kunnen stellen.

Geschiedenis van de joden in Nederland blijft een belangrijk werk, wat veel geraadpleegd zal worden, maar elf auteurs komt de nodige eenheid van een boek niet ten goede. Mijn voorstel is dat de uitgever iemand vraagt om de meer dan 580 bladzijden terug te brengen tot ongeveer 250 bladzijden met een geringere leeslijst. Dan moet wel de namenindex worden aangepast, want wel Geert Wilders erin en Anne Frank niet, is toch merkwaardig.

Auteur: David Barnouw
Juli 2017

Geschiedenis van de joden in Nederland
Red. Hans Blom, David Wertheim, Hetty Berg en Bart Wallet
Uitg. Balans, Amsterdam 2017
ISBN 978 94 600 3437 4
590 bladzijden

49,95 euro

Categorie: | |

Home » Nieuws » België » ‘Nederlandse Joden door de eeuwen heen’ – recensie