‘Niet steeds weer roepen om nog meer beveiliging’
‘Sinds de aanslagen in Brussel, Parijs en Kopenhagen hebben velen het gevoel dat dreiging in Nederland dichterbij is gekomen. Niet alleen Joden en Joodse instellingen ervaren dat zo. Ook journalisten, politieagenten, Turkse en Marokkaanse Nederlanders en iedereen die ‘zichtbaar zichzelf’ wil zijn, is bewust van de mogelijke gevaren van vandaag de dag. Of het nu gaat om kleine treiterincidenten of echte bedreigingen: opletten is nodig. Ook ik merk dat velen voorzichtiger zijn dan jaren geleden. En ikzelf kan me daar niet helemaal aan onttrekken. Dat sommige Joodse ´clubs´ hun activiteiten niet meer breed durven aan te kondigen, is een teken aan de wand.
Amsterdam en omgeving kent vele columnisten, cabaretiers en andere inwoners met uitgesproken ideeën, maar ook een groot aantal inwoners met uiteenlopende culturele achtergronden en bijbehorende voorkeuren. Nergens in Nederland is dit zo zeer het geval als in onze hoofdstad. Juist hier moeten we met elkaar samenleven, respect tonen en ruimte geven. Daarbij moet er ruimte zijn voor iedereen om zichzelf te zijn. Of een man nu arm in arm wil lopen met een andere man, een keppeltje wil dragen, een djellaba, tulband of wat dan ook.
De dreiging die Joden momenteel extra lijkt te treffen, betekent meer inzet om de veiligheid zoveel mogelijk te garanderen. Want alleen als je je veilig voelt, kun je jezelf zijn. Ik ben blij dat werkelijk alle politieke partijen in Amsterdam én de burgemeester zich daarvoor inzetten. D66 heeft bijvoorbeeld in januari tijdig aan de bel getrokken toen de beveiliging van Joodse scholen en instellingen leek te worden afgeschaald. De PvdA stelde vragen toen de orthodoxe basisschool Het Cheider de deuren sloot. Alle Amsterdamse partijen steunden deze beide oproepen expliciet. Alle partijen in de Amsterdamse gemeenteraad staan zonder uitzondering voor de veiligheid van Joden in Amsterdam. Net zoals ze staan voor de veiligheid van álle andere Amsterdammers en optreden wanneer respect voor elkaar zoek lijkt te zijn. Alleen zo is er ruimte voor iedereen om zichzelf te zijn.
Nu er veel aandacht is voor beveiliging, moeten we gaan oppassen onszelf niet nodeloos bang te maken door steeds weer te roepen om nóg meer beveiliging. We kunnen moeilijk de marechaussee permanent naast scholen en instellingen posteren en overal camera’s ophangen. Bovendien is het geen antwoord op de kinderen dia al op de basisschool de woorden ‘Jood’ en ‘homo’ als scheldwoord gebruiken. Ik stel me dan ook voor dat we de tijd benutten om te stimuleren dat er activiteiten en uitwisselingen tussen verschillende mensen en groepen gaan plaatsvinden, om te beginnen tussen scholen. Respect aanleren voor elkaar kan niet jong genoeg beginnen. Amsterdam kan hierin een mooi voorbeeld geven, net zoals eerder na het incident met de jongens die voetbalden met de herdenkingskransen in De Baarsjes of de gezamenlijke inzet voor het opknappen van de Joodse begraafplaats Zeeburg. Ook de recente uitwisseling van het ROC in Amsterdam Zuid met de LJG liet zien dat contact, uitwisseling en aandacht voor elkaar het antwoord is dat we nu moeten geven. Samen werken aan een vrije stad waarin iedereen zichzelf kan zijn. Een mooie opdracht voor alle Amsterdammers!’
Bart Vink is gemeenteraadslid voor D66 in Amsterdam en heeft een Joodse achtergrond
