Nieuwe studie: besnijdenis vermindert HIV-risico
Uit onderzoek verricht door de afdeling Tuberculose en Aids van het Israëlische Ministerie van Volksgezondheid, blijkt dat besneden heteroseksuele mannen uit lage-prevalentie landen minder kans hebben om met HIV – het AIDS-virus – te worden besmet. De onderzoekers vergeleken Israël, waar bijna alle heteroseksuele mannen – Joden en moslims – besneden zijn, met Nederland en Frankrijk, waar alleen een minderheid van de mannen besneden is. Het Israel Journal of Health Policy Research publiceerde deze week de onderzoeksresultaten.
“Alhoewel het beschermende effect van mannelijke besnijdenis op het oplopen van HIV al eerder is aangetond in landen waar HIV relatief vaak voorkomt, is het pas nu dat onderzoek hetzelfde laat zien bij een algemene heteroseksuele populatie in een land met een relatief hoog HIV-cijfer,” zegt Dr. Daniel Chemtob, directeur van de onderzoeksafdeling. Aangezien andere factoren, die de besmetting van HIV beïnvloeden vergelijkbaar zijn in Nederland, Frankrijk en Israël, wordt het in vergelijking lagere HIV-cijfer onder Israëlische heterosexuelen verklaard door de mannelijke besnijdenis, schrijven Chemtob en zijn collega onderzoekers.
Het aantal gevallen van HIV-besmetting per jaar in Israël blijkt uit het onderzoek “zes keer lager dan in Nederland (gemiddeld twee gevallen per jaar per 100.000 personen) en in Frankrijk (een gemiddelde van 3,3). Het aantal HIV-besmettingen was ook onder vrouwen in Israël lager, namelijk tien keer minder vergeleken met het jaarlijkse aantal besmettingen onder vrouwen in Nederland.
Maar ondanks het feit dat besnijdenis een positief effect blijkt te hebben bij het verlagen van de verspreiding van HIV, is meer onderzoek nodig alvorens te kunnen bepalen of besnijdenis aan te raden is in andere en vergelijkbare landen. “We moeten vermijden dat het tot een vals veiligheidsgevoel en een vermindering van condoomgebruik leidt. Wat daarvan ook de resultaten zullen zijn, preventiestrategieën voor HIV zullen altijd hand in hand moeten gaan met andere aanbevelingen, inclusief begeleiding,” schrijven de onderzoekers.
