Noren betuigen spijt aan Joden
Het is voor het eerst dat de politie in Noorwegen zich verontschuldigt voor zijn betrokkenheid bij de Holocaust. Odd Reidar Humlegård, de hoogste politiechef van het land, bood vandaag op televisie zijn excuses aan. De Noorse Joodse gemeenschap heeft de spijtbetuiging aanvaard.
Op 26 november 1942 werden 532 Joden uit Noorwegen per boot naar de huidige Poolse stad Szczecin gedeporteerd. Van daaruit werden ze naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau gebracht. Van deze groep overleefden er 34 de Tweede Wereldoorlog. Samuel Steinmann (89), de enige overlevend, is blij met de verontschuldiging. Volgens hem was het hoog tijd voor excuses en erkenning van het leed. De Noorse politie voerde de razzia en deportatie van 26 november 1942 uit.
Vóór de Duitse bezetting woonden er zo’n 2.100 Joden in Noorwegen. Vidkun Quisling, de collaborerende Noorse leider tijdens de Duitse tijd, beval in 1942 de registratie van alle Joden. Van hen werden 771 personen gedeporteerd naar de vernietigingskampen van de nazi’s. Anderen slaagden erin naar het neutrale buurland Zweden te vluchten. In totaal kwamen 765 Noorse Joden om tijdens de Holocaust. De Noorse premier Jens Stoltenberg bood eerder dit jaar voor het eerst excuses aan voor de betrokkenheid van zijn land bij de Holocaust.
