Rechter: inzage Maror-gelden moet
Buitenstaanders moeten inzage kunnen krijgen in de boeken van de Stichting Afwikkeling Maror-gelden Overheid (SAMO). Dat heeft de Amsterdamse rechtbank bepaald. SAMO ziet toe op de verdeling van 364 miljoen euro, die in 2000 door de Rijksoverheid werd toegewezen aan de Joodse gemeenschap als goedmaker voor het geleden leed tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een groot deel daarvan is overgemaakt aan overlevenden van de Sjoa en aan Joodse instanties voor projecten voor de gemeenschap.
De rechtsgang was ontstaan nadat SAMO een verzoek van de Volkskrant op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) weigerde. Omdat de organisatie een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) is, valt ze onder de Rijksovergheid en moet ze WOB-verzoeken gewoon toestaan; zo stelt de rechter. Ook moet SAMO binnen zes weken alsnog een besluit nemen over de opgevraagde documenten. De instantie heeft nog niet laten weten wat met de gerechtelijke uitspraak te doen.
Afgelopen zomer ontstond beroering na een stuk in de Volkskrant. Daaruit bleek dat er mogelijk honderden miljoenen euro’s aan Holocaustgeld verdwenen zijn in de zakken van een kleine groep Joodse Nederlanders. Volgens de krant zou er een ‘felle strijd’ woeden rond de Maror-gelden in Nederland en Israël, waarbij Nederlands-Joodse klokkenluiders worden tegengewerkt door besturen van diverse Joodse organisaties. Deze clubs spreken van ‘insinuaties en valse beschuldigingen’.
