Rutte opent Verzetsmuseum Junior
Het kindermuseum is onderdeel van het Verzetsmuseum in Amsterdam, waar de bange jaren ’40-’45 voor volwassenen centraal staan. Ook nemen de vervolging van Joden, Sinti en Roma tijdens de oorlog hier een plaats in. In de afgelopen jaren barstte het museum uit zijn voegen en daarom was het aan een uitbreiding toe. Voor 3,4 miljoen euro werd een museum voor kinderen aangelegd, dat vandaag door premier Rutte geopend wordt. Het gaat om het allereerste kindermuseum in Nederland over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog.
In deze tentoonstelling staan vier ooggetuigen centraal: Eva, Jan, Nelly en Henk. Deze hoofdpersonen zijn nog in leven en zijn nu gemiddeld 82 jaar oud. Tijdens de oorlog waren ze rond de negen en veertien jaar oud, dezelfde leeftijd als de doelgroep waar het Verzetsmuseum Junior zich op richt. De vier hoofdfiguren zijn de centrale vertellers over de hoofdthema’s: verzet, collaboratie, vervolging en dagelijks leven/aanpassing. In audioboodschappen vertellen ze hun verhaal, dat gaat over hun leven tijdens de bange bezettingsjaren en de keuzes waar ze voor hebben gestaan.
Bezoekers worden na binnenkomst in het museum eerst in een tijdmachine naar een andere tijd ‘geflitst’. Ze stappen vervolgens uit op een fictief plein ergens in Nederland, waar ze in vier huizen kunnen ondekken wat Eva, Jan, Nelly en Henk hebben beleefd. Eva was Joods, Jan had ouders in het verzet, Nelly was betrokken bij de NSB en Henk kwam uit een gezin dat zich aanpaste aan de omstandigheden. In een hoek van de expositie ligt een neergestort vliegtuig. Hierin kunnen de bezoekers met de stuurknuppel over de aardbol vliegen. Ze kunnen dan fictief landen bij kinderen uit Nederlands-Indië, Suriname en de Nederlandse Antillen, en hun verhaal horen.
In de tentoonstelling wordt ook het allereerste kinderviooltje van Sinti-man Tata Mirando Weis (82) tentoongesteld. Hij kreeg de viool op vierjarige leeftijd en verstopte het instrument tijdens zijn onderduikperiode in de oorlog. De viool, die 150 jaar oud is, is gemaakt van gedroogd dennenhout en heeft snaren die gemaakt zijn van kattendarmen. Na 1945 bewaarde Weis het instrument op zijn zolder, vorig jaar doneerde hij het aan het Verzetsmuseum Junior. Met het voorwerp wil het museum eveneens stil staan bij de vervolging van Sinti en Roma tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het museale concept voor Verzetsmuseum Junior is ontwikkeld door het Verzetsmuseum op basis van de ervaringen met eerdere kindertentoonstellingen. Het kinderpanel ‘De Verzetsbende’ adviseerde de samenstellers. De tentoonstelling is zowel geschikt voor schoolbezoek als voor familiebezoek. Het Juniormuseum is tweetalig, er wordt ook buitenlandse belangstelling verwacht.
