Stolpersteine voor het Noord-Limburgse Gennep

In het oude centrum van het stadje Gennep komen struikelsteentjes te liggen. Deze ‘Stolpersteine’ zijn een primeur voor de Noord-Limburgse plaats. Het gaat om messing steentjes voor zeker 25 Joden, die de gemeente Gennep in de jaren ’40-’45 aanmeldde voor deportatie. Zij werden allemaal weggevoerd en omgebracht in de concentratie- en vernietigingskampen. Met het besluit over de komst van de Stolpersteine wil de gemeente een zwarte bladzijde in haar geschiedenis afsluiten.

Met de steentjes worden onder meer de Gennepse meisjes Selly en Nannie, die in 1943 op transport gingen naar vernietigingskamp Sobibor, herdacht. Zij woonden in een huis op de hoek van de Markt-Niersstraat en Zandstraat, en waren respectievelijk tien en twaalf jaar oud. De struikelstenen zijn een initiatief van de D66-fractie in de raad van Gennep. Het plan kreeg steun van een groot deel van de gemeenteraad.

Stolpersteine zijn de laatste jaren populair geworden in Nederland. Het is een vorm om slachtoffers van de Sjoa op individueel niveau te kunnen herdenken. In sommige plaatsen, waaronder Gouda, betaalt de gemeente de komst van de steentjes terwijl in andere plaatsen, zoals Maastricht, de stenen betaald moeten worden door particulieren. Stolpersteine zijn sinds kort ook in trek bij koperdieven. Zo werden er steentjes geroofd uit onder meer Spijkenisse, Middelharnis en Friesland.