Surinamers in Den Haag krijgen Yad Vashem-prijs
William Egger woonde tijdens de oorlog in Den Haag en groef een schuilkelder onder zijn huis. Hier verbleven Joden in het geheim een aantal dagen totdat hij voor hen een vaste schuilplaats had gevonden. De Duitsers ontdekten de schuilkelder na een tip van een vrouw die boos was dat haar man een geheime relatie had met de schoonzus van de redder. William Egger werd opgepakt en naar het concentratiekamp Vught gestuurd, vanwaar hij na anderhalf jaar werd bevrijd.
Zijn zoon Wim Egger schreef over deze Haagse geschiedenis het boek ‘Surinaamse Rug, Joodse Buik’. Hij en zijn zus krijgen donderdag uit handen van de Israëlische ambassadeur Chaim Divon de Yad Vashem-onderscheiding. Vanaf dan mogen zij zich rekenen tot de ‘rechtvaardigen onder de volkeren’. De Yad Vashem onderscheiding is bedoeld voor mensen die zelf niet-Joods zijn en met gevaar voor eigen leven, en vaak ook dat van hun huisgenoten, in de Tweede Wereldoorlog Joodse medeburgers probeerden te redden.
Afgelopen zomer gaf verzetshald Henk Zanoli zijn Yad Vashem-medaille terug. Hij wilde een statement maken tegen de staat Israël en het optreden van de Israeli’s in de Gazastrook. De actie kreeg veel aandacht, maar zorgde er niet voor de de prijs werd afgeschaft, zoals de verzetsheld wellicht had gehoopt [bl].
