Vrees voor uitzetting Joodse vluchteling

Volgens de Europese wetgeving kan hij alleen asiel aanvragen in het land van aankomst. “Ik ben hier erg verdrietig om, mijn broer Alia is nog maar twintig jaar en wil graag bij mij blijven,” aldus zus Rebecca (31), die al in Utrecht woonde.

 

Ze vervolgt: “In 2009 ben ik Iran ontvlucht. Er was destijds een vrouwenrevolutie waarvoor ik mij inzette. Iran is echt een mannenwereld, de vrouwen hebben er niets te zeggen en het regime kreeg mij al snel in de gaten. De politie bezocht mijn huis, ze dreigden me zelfs te vermoorden. Ik betaalde een onbekende man 15.000 euro die mij een vals paspoort gaf en mij het land uit smokkelde. Onder een alles verhullende hoofddoek werd ik via Turkije naar Nederland gebracht. Pas toen ik hier de molens zag staan, kreeg ik het besef dat ik in Nederland was aangekomen.”

 

Ook de moeder van Rebecca werd het steeds moeilijker gemaakt nadat tijdens een inval door de politie haar Joodse gebedenboek werd gevonden. Vanaf dat moment werd zij bestempeld als een spion van Israël. Zij is mede hiervoor ter dood veroordeeld, maar kon nog tijdig het land verlaten. “Mijn moeder woont nu bij mij, maar huilt elke dag. Ze houdt van Iran,” aldus Rebecca.

 

De liefde voor het moederland heeft er dan ook voor gezorgd dat de familie niet naar Israël is verhuisd: “Mijn vader heeft dat altijd geweigerd. Mijn ouders houden van Iran en als ze ooit naar Israël zouden gaan, dan kunnen ze nooit meer naar Teheran terugkeren.” Rebecca hoopt dat haar broer in hoger beroep asiel wordt verleend. “Onze familie is door vervolging grotendeels uiteengevallen, laat ons dan nu in deze veilige democratie leven.”

 

Bron: Joodse Omroep