Kuhr: ‘Jodendom en visioenen waren niet genoeg’

Kuhr
hansspeekenbrink.nl

Zangeres Lenny Kuhr (65) deed woensdag in een interview op Jonet kond van haar spirituele reis in het Jodendom. De aanleiding ervan is haar boek ‘Gekust door de eeuwigheid’, dat in het najaar van 2015 verscheen. Vandaag publiceren we het vervolg op deel één van dit interview.

We zijn in het Bijbelboek Daniël ook een schrijvende hand tegengekomen, die op de muur schrijft: ‘Mene, Mene, Teqel, Upharsin’ – ‘Gij zijt gewogen en te licht bevonden’. Deze lugubere voorspelling leidde tot de dood van de koning en ondergang van het Babylonische Rijk. Zijn uw visioenen positief?

“Het Jodendom en de visioenen waren niet genoeg voor mij. Ik wilde het mysterie doordringen. Dat is nog al wat! Het ontvangen van beelden in de vorm van visioenen heeft nog niets met wezenlijke spiritualiteit te maken. Beelden zijn vormen en behoren derhalve niet tot de hogere orde. Het zegt wel dat je vatbaar bent voor spiritualiteit. Het gaat erom dat je vanuit de beelden of een innerlijk subtiel geluid kunt leren verstaan. Uiteindelijk gaat het om het leren verstaan van het abstracte. Mensen die naar spiritualiteit verlangen wensen vaak ineens een engel te zien, of zo. Dat snap ik, maar dan zet je jezelf op een dwaalspoor. Zolang je in vormen denkt en ernaar verlangt, blokkeer je jezelf en ontgaat je iets dat achter alle vormen schuilgaat. Soms kan een mens visioenen krijgen. Ik beschouw dat als een aanmoediging, maar vlak daarna moet je het loslaten en het mysterie verder doordringen.  Dit geeft ook een antwoord op jullie vraag van de hand die in Tenach verscheen en de interpretatie die eraan werd gegeven. Visioenen zeggen iets over de ene mens. Ze geven een universeel beeld weer. De dood van de koning en het Babylonische rijk speelt zich af binnen één persoon. Ik zie de koning als de koning van het ego die de baas over ons speelt. Doodt hem maar, dan hoef je niemand anders te doden.”

U schrijft: ‘Het esoterische wordt vaak platgemaakt, zodat iedereen het kan begrijpen. Maar daardoor wordt het een dogma’. Bedoelt u hiermee dat toegang tot de esoterische belevingswereld, het formuleren van inzichten, een exclusiviteit is voor intelligente mensen? Een uitverkoren groep met een IQ dat boven de 110 uitstijgt.

“Mensen die esoterische kennis hebben opgedaan zijn bij voorkeur geen intellectuelen. Kijk maar naar mij; ik heb niet gestudeerd. De kennis die door het doorbreken van patronen, ideeën en illusies wordt verworven haal je niet uit boeken. Het is omgekeerd; je moet juist alle kennis loslaten om esoterische kennis te verwerven. Kennis is bezit en bezit hoort bij het ego en het ego is een beeld en een beeld moet worden geofferd. Aangekomen op deze plek denk je dat je niemand meer bent en dat ook god je verlaten heeft. Dit niemandsland moet je oversteken om tot ongeschreven kennis te komen.”

Maar vind u het volgende niet erg ingewikkeld voor de gemiddelde leek ‘om tot eenheid te komen moet de dualiteit worden opgeheven?’ Dat kan alleen door de derde dimensie aan te spreken. De platte lijn is de dualiteit: één en twee. Het punt van de derde dimensie staat in het midden recht boven die lijn, en dat is de scheppende geest.

“De driehoek die ik schets wordt ook aangeduid met these, antithese en synthese. De twee eerste duiden de dualiteit. De laatste is de punt boven de lijn van de dualiteit, de synthese. Dit punt heft de dualiteit op, door je er ‘eenpuntig’ op te richten. Op het geestelijke niveau kun je niets manipulatief verplaatsen. Beweging wordt alleen veroorzaakt door gerichte intenties. De beweging van dualiteit, de platte lijn, hoeven we niet te maken, want die is gevestigd in ieders bewustzijn. Alleen de lijn naar de punt boven de platte lijn, de synthese, ofwel de derde dimensie, die moet geestelijk worden getrokken door constante gerichtheid. Die beweging is niet vanzelfsprekend en moet door je verlangen worden gevoed. Zo vergroot je het harmonisch perspectief van je bewustzijn en ga je grotere ruimten ervaren.”

Categorie:

Home » Cultuur » Boeken » Kuhr: ‘Jodendom en visioenen waren niet genoeg’