Lenny Kuhr is ‘op reis naar een ruimer bewustzijn’ (1)

Lenny Kuhr

Zangeres Lenny Kuhr (65) was aan het begin van haar carrière de vertolkster van het ongecompliceerde genre; mooie teksten en prettig in het gehoor liggende melodieën. Ze brak definitief door met het nummer De Troubadour, waar ze in 1969 het Eurovisie Songfestival mee won, en had in de jaren zeventig succes met het nummer Visite. Kuhr was echter jarenlang op zoek naar de diepere zin van het leven. Wellicht was haar overgang naar het Jodendom – ze kwam uit een areligieus gezin – een eerste stap om haar leven een diepere, geestelijke, inhoud te geven. In haar boek ‘Gekust door de Eeuwigheid‘ doet zij verslag van de door haar gevonden spiritualiteit. Ongeveer 25 jaar geleden verloor Kuhr haar stem, wat uiteraard grote gevolgen had. Ze volgde tijdens deze persoonlijke crisis het pad naar spiritualiteit. Kuhr: “Ik moest mezelf verliezen om herboren te worden”. In haar boek komt ze uitgebreid terug op die periode. In een interview met Jonet praat ze openhartig over haar gevoelens.

Waarom dit boek? Denkt u dat u mensen kunt inspireren om ook het pad van de spiritualiteit te volgen? Zou het kunnen dat lezers die niet ontvankelijk zijn, er geen snars van begrijpen?

“Ik weet dat mijn boek niet aan iedereen is besteed. Het is niet met commerciële bedoelingen geschreven, maar voor de geïnteresseerde enkeling die stil, aandachtig en nieuwsgierig kan lezen. Voor hem/haar kan een wereld opengaan. Het is esoterie en dat betekent: autonoom verworven spirituele kennis. Wanneer dat naar buiten wordt gebracht is het al exoterisch natuurlijk. Kijk, mijn boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een autobiografisch verslag van mijn spirituele reis. Dit heb ik geschreven toen er sprake was van het idee dat mijn bevindingen van die zoektocht – het tweede deel – in een boek zouden verschijnen. Na dat proces, tot op de dag van vandaag, heb ik deze, om het niet verloren te laten gaan, opgeschreven. Dat zijn contemplatieve gedachten en universele wijsheden, die vaak poëtisch uit mijn pen kwamen. Ruim 20 jaar later ontstond het idee het als boek uit te geven. Het eerste deel heb ik onlangs geschreven.”

In Israël gebeurde iets wat u het laatste zetje gaf om dit boek te gaan schrijven, want daar ontmoette u Saiaa, ‘een spiritueel begaafde vrouw’. U kreeg beiden kippenvel toen ze zei dat u een boek moest schrijven, en u bent meteen begonnen. Waarom gaf deze vrouw de doorslag?  

“Zij gaf de doorslag, omdat ik op dat moment een onverwacht bijzonder contact had met haar. Weinig mensen wisten dat. Juist omdat zij, die niets van mij wist, het zei. Dat raakte mij. Ik dacht altijd dat ik zou gaan schrijven wanneer ik niet meer zou zingen, maar ik zing nog steeds. Ik luister altijd naar verfijnde aanwijzingen. Wanneer ik geraakt wordt door iets dat op mijn weg komt, onderneem ik actie en vaak valt dat heel goed.”

Is het geen utopie om de denken, of te beweren, dat als de hele wereld het spirituele pad bewandelt er eeuwige liefde en vrede zal heersen? Moet dit boek als een evangelie voor de perfecte samenleving worden beschouwd?

“Wanneer mensen innerlijk bewust zijn geworden, dat geldt bijvoorbeeld voor mensen die door iets dieps zijn gegaan en daardoor een onuitwisbaar innerlijk inzicht hebben gekregen, dan heeft de dualiteit veel minder vat op hen. Spirituele inzichten zijn op deze manier verworven. Het is geen lesje dat je is ingegoten. Daardoor is deze kennis niet met een godsdienst te vergelijken. Dit is kennis die uit een onvoorwaardelijk niveau komt en die is universeel. Eigenlijk wordt een godsdienst hier ondergeschikt verklaard. Een godsdienst is een poging structuur te brengen binnen een esoterisch gegeven. Daardoor wordt het plat gemaakt. Dit en dat, goed en slecht. Daarom is mijn boek inderdaad niet makkelijk, omdat het inhoudelijk niet plat is, maar rond en dat vergt meer van een lezer dan een boek met eenvoudige feiten. De lezer wordt aangesproken op een niveau waarop ik zelf aangesproken wil worden en ik zou mij nooit van ze leven een nieuwe godsdienst aan laten praten dus dat doe ik de lezer dat ook niet aan. De kennis die ik overdraag biedt de lezer juist ruimte voor contemplatie en eigen interpretatie.”

Op uw vierentwintigste ging u over tot het Jodendom, omdat u van het abstracte godsbeeld hield en alles er op wees dat deze stap ‘een logisch gevolg der dingen was’. Dit was echter niet genoeg en u kreeg later visioenen die bepalend waren voor uw verdere leven. Wat bedoelt u met ‘een logisch gevolg der dingen’? En is het usance dat het spirituele pad ook ‘zichten’ biedt?

“Ik ging over tot het Jodendom omdat ik van het abstracte godsbeeld hield en omdat ik een affiniteit met het Jodendom had. Na mijn zoektocht verdiepte ik mij in de kabbala en merkte ik dat een belangrijk kabbalistisch gegeven – De beker en de vulling – overeenkwam met mijn eigen inzicht. Rond mijn 40ste kreeg ik een aantal visioenen. Eén daarvan bestond uit een hand die op de muur verscheen die met een kroontjespen iets op de strook van de kalender schreef. Mijn bewustzijn werd toen naar de hand getrokken en die schreef: ‘Laat je beker steeds opnieuw vullen’. Later begreep ik pas goed wat dit betekent. ‘ Laat je steeds opnieuw vullen met de scheppende kracht! Maak dus nergens een beeld van. Alles stroomt!”

Lees donderdag het tweede deel van dit interview met Lenny Kuhr.

Categorie:

Home » Cultuur » Boeken » Lenny Kuhr is ‘op reis naar een ruimer bewustzijn’ (1)