Besprekingen Turkije en Israël zitten vast

Israël wil een schadevergoeding betalen aan de slachtoffers en nabestaanden van de opvarenden van het Turkse schip Mavi Marmara. Het schip voer in 2010 zonder toestemming van de Israëlische autoriteiten in de territoriale wateren van het land. Daarop volgde een bestorming van de boot, waarbij negen doden vielen. Sindsdien was de relatie tussen Israël en Turkije bekoeld. Onder druk van de Amerikaanse president Obama besloten beide landen dit jaar om hun meningsverschillen opzij te zetten en te gaan praten over verzoening. Ooit waren beiden namelijk bondgenoten. 

Echter, de besprekingen, die al een paar maanden lopen, zijn vastgelopen op de grondslag van de betalingen die Israël aan Turkije zal doen. Zo vinden de Turken dat het moet gaan om ‘een compensatie voor een verkeerde daad’ terwijl de Israëlli’s spreken van een ‘vrijwillige gift’. Wel hebben beide landen overeenstemming bereikt over de hoogte van het bedrag, zo meldt de Turkse krant Hürriyet. “We doen geen overhaaste handelingen omwille van het geld”, zegt de Turkse vice-premier Bülent Arınç tegen de krant. “Israël moet erkennen dat het ging om een verkeerde daad, anders doen we geen zaken met hen.”

Ten slotte heeft Arınç nog een eis: Israël moet de blokkade van Gaza opheffen voordat er weer echte diplomatieke samenwerking kan komen met Turkije. Daarmee lijkt echte verzoening voorlopig ver weg, omdat het niet erg waarschijnlijk is dat Israël deze blokkade opheft.