Bijzondere portretten ‘Minje’ in Joods Historisch Museum

Voor de installatie Minje portretteerde Drukker tien Joodse mannen die de Tweede Wereldoorlog als volwassen man hebben meegemaakt: een eerbetoon aan de Joodse traditie en aan ‘overleven’. Er is een generatie afgebeeld die de gebroken draad na de oorlog weer moest oppakken en doorgeven aan de volgende generatie. Drukker voelt zich deel van die volgende generatie en komt met dit werk dicht bij zichzelf, in een zoektocht naar zijn eigen identiteit.

Voor Minje werkte de schilder met modellen die hij niet kende en zocht in de tien portretten samen een betekenis die de afzonderlijke portretten overstijgt. Met het aantal van tien verwijst hij naar minje, het minimumaantal mannen dat nodig is voor een gebedsdienst in de synagoge. Met zijn Minje heeft Drukker een bijna verdwenen generatie een gezicht gegeven. De mannen zijn nu in de leeftijd tussen de 83 en 103 jaar.

Tegelijkertijd komt het boek Sam Drukker – Minje, een eerbetoon aan overleving uit.  In het boek zijn de tien portretten opgenomen, de getekende voorstudies, een overzichtsfoto van de tien schilderijen en een persoonlijk verhaal van Sam Drukker zelf. Het boek is vanaf 21 maart te koop in de betere boekhandel en in de museumwinkel van het Joods Historisch Museum.

Drukker (Goes, 1957) groeide op in Assen en studeerde af aan de Academie Minerva te Groningen, waar hij onder anderen les kreeg van kunstenaar Matthijs Röling (1943). Na die klassieke opleiding ontwikkelde hij zich tot een schilder die bewust de extremen opzoekt. Hij schildert met olieverf: licht en donker, heel dun, heel vet. Drukker is bekend als schilder van het realistische portret maar werkt ook verhalend, met thema’s uit het Oude Testament, de mythologie, de bokswereld en de erotiek. Hij doceert aan de Wackers Academie in Amsterdam en is medeoprichter van het Nederlands Portretschap.

De tentoonstelling is van 21 maart tot en met 20 juni 2014 te zien in het Joods Historisch Museum, onderdeel van het Joods Cultureel kwartier.