CIDI: Justitie moet Turkse jongen wel vervolgen

Het Centrum Informatie en Documentatie Israël start daarom een zogeheten artikel 12 Sv-procedur, waarmee bij het gerechtshof in Arnhem een beklag wordt gedaan tegen de beslissing van Justitie om de jongen niet te vervolgen. Volgens het CIDI moet de jongen vervolgd worden om zijn antisemitische uitlatingen in het NTR-programma ‘Onbevoegd Gezag’.

Afgelopen vrijdag maakte Justitie bekend dat het het onderzoek naar de uitlatingen heeft afgerond, Het is nu officieel vastgesteld dat de jongen antisemitische uitlatingen heeft gedaan die in strijd zijn met artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht. Maar hij heeft volgens Justitie tegenover de politie erkend dat deze uitlatingen onaanvaardbaar zijn en heeft daarover zijn excuus aangeboden. Omdat de jongen vijftien jaar oud is, heeft Justitie besloten hem niet te vervolgen indien hij bereid is om enige voorlichting te krijgen. 

De uitspraken die de jongen deed zijn van dien aard dat CIDI deze wijze van afdoening onaanvaardbaar vindt en daar tegen in actie komt. Het CIDI stelt dat het excuus van de jongen het Nederlandse publiek en de Joodse gemeenschap nooit heeft bereikt. Ook is alleen het verkrijgen van voorlichting onvoldoende. Immers, uit de uitzending blijkt dat de jongen al enige historische kennis over de holocaust heeft. In het tv-programma uitte hij onder meer de volgende stellingen: ‘Ik haat Joden. Klaar. Die gedachte kun je niet bij me wegnemen.’ En: ‘Wat Hitler met de Joden heeft gedaan, daar ben ik wel mee tevreden.’ 

In tegenstelling tot wat de achterban van de jongen beweerde, heeft Justitie geen bewijs gevonden voor de beschuldiging dat de programmamaker de jongens zou hebben gemanipuleerd om deze opmerkingen te maken. Het CIDI is van mening dat er een verkeerd signaal uitgaat van de milde houding Justitie en vreest dat de denkbeelden van de jongen breder worden gedragen. Justitie schept hiermee een onaanvaardbaar precedent.