Demonstrant vrijgesproken van discriminatie Joden

De rechtbank in Den Haag veroordeelt een 75-jarige man, die bekend staat als Haagse beroepsdemonstrant, tot een taakstraf van 150 uur voor mishandeling van een andere man  in Den Haag. De demonstrant duwde op die dag zijn slachtoffer na een woordenwisseling krachtig tegen het lichaam en trapte hem in zijn buik. Meteen kwam de man ten val en liep hij ernstig lichamelijk letsel op. De demonstrant werd vrijgesproken voor discriminatie van Joden en belediging van de president van Israël wegens gebrek aan bewijs.

In augustus 2014 stond de beroepsdemonstrant, die al tien jaar demonstreert tegen de staat Israël, in de Grote Markstraat in Den Haag met een protestbord met  de tekst ‘Stand up Palestina’.  Het slachtoffer zag hem daar staan en sprak hem aan, waarop een woordenwisseling ontstond. Daarna ontstond de mishandeling van het slachtoffer. Volgens de rechtbank is het bewezen dat het geweld zorgde voor zwaar letsel bij deze man.

De rechtbank spreekt de demonstrant echter vrij van discriminatie van Joden. Hij zou ‘ze moeten alle Nederlandse Joden de strot afsnijden’ geroepen hebben in het openbaar. Dat gebeurde eerder, in juli, in Den Haag. De rechtbank vindt dat de verklaringen van de persoon die aangifte deed, van twee getuigen en van de demonstrant te ver uiteenlopen om precies te kunnen vaststellen wat hij heeft gezegd en in welke context dit is gebeurd.

Daarnaast krijgt de demonstrant ook geen straf voor de belediging van een bevriend staatshoofd, president Shimon Peres van Israël. Het staat volgens de rechtbank niet vast dat de man op 30 september 2013 een protestbord, gericht aan Peres, in het openbaar heeft laten zien. Omdat dit niet zeker is, spreekt de rechtbank zich niet uit over het al dan niet beledigende karakter van het protestbord [bl].