Echec in Eilat – column Ya’akov Almor

Golf van Akaba
expedia

“Jij komt vast vaak in Eilat,” zegt menigeen die hoort dat ik in Mitzpe Ramon woon. “Da’s maar een eindje, niet?” Nee, dus. Ik kom maar zelden in Eilat. Het is ook geen ‘eindje’. Het een rit van 120 kilometer. Ik was er voor het laatst ergens in september. Mijn dochter en haar vriend zouden een paar dagen voor een spotgoedkope vakantie naar de Sinaï, oftewel Egypte. Snorkelen, duiken, goed eten en uitrusten.

Ik had een paar dagen eerder nog een verhaal gehoord van een buurman die zijn auto vlak bij de grens met Egypte – foutief – had geparkeerd en torenhoge boetes gekregen had. “Parkeer nou maar bij mij voor de deur, ik rijd jullie wel naar de grens,” stel ik gul voor. Zo gezegd, zo gedaan.

Toegegeven, de rit ernaartoe is prachtig: je rijdt door de Machtesh Ramon en de bergen die daarna volgen. Na een kilometer of 45 daalt de weg vele honderden meters fraai af naar de wijdse Wadi Paran, in mijn ogen de meest indrukwekkende, meestal droge, riverbedding in de Negev. Toch heb ik sinds 2017 tweemaal ’s winters een vlucht op Ramon gemist omdat de oase vol water stond en de weg voor mijn neus werd afgesloten.

Na Wadi Paran gaat het glooiend zuidwaarts, immer gerade aus tot kibboets Neot Smadar. Dan volgt er een prachtig stuk rally rijden: de steile, bochtige afdaling naar de Arava, tot je op weg 90 terecht komt, een saaie vierbaanse snelweg richting Eilat. Een eindje? Nee, het is een flinke tocht, ook vanuit Mitzpe Ramon. Je rijdt Amsterdam-Eindhoven in minder tijd.

Na dik anderhalf uur doemt Eilat eindelijk aan de einder op. De skyline, gedomineerd door een rij hoteltorens, doet me aan Las Vegas denken. Daar ben ik, besef ik me nu, vaker geweest dan in Eilat. Inmiddels is de temperatuur inmiddels flink opgelopen. In de zomer kan dat wel vijftien tot twintig graden verschillen met het hooggelegen Mitzpe Ramon. Ramen dicht, airco aan.

Ik zal er niet langer omheen draaien: ik heb weinig met Eilat. De stad is er sinds de jaren tachtig niks op vooruit gegaan en maakt een groezelige indruk. Er is en wordt nog steeds te weinig in geïnvesteerd om het voor bezoekers en toeristen een werkelijk aantrekkelijke bestemming te maken. Voor de gemiddelde Israëli die niet echt avontuurlijk is, is Eilat de enige keuze aan de Rode Zee. De prijzen van hotels zijn onevenredig hoog. Je betaalt vele honderden euros voor een paar nachten in een matig hotel. Tien kilometer naar het oosten, in Akaba, Jordanië, liggen de prijzen zeventig procent lager.

Nadat ik mijn dochter en haar lief bij de grens had afgezet reed ik een kilometer terug,  naar Lucky Divers, ‘mijn’ duikclub. Ik kom er al dertig jaar. Flippers, duikbril en snorkel gehuurd. De weg over en het koude, heldere water van de Rode Zee in. Daar ben ik geschrokken, want de kaalslag op de zeebodem is duidelijk. Ik moest echt zoeken om nog een paar koraalformaties te vinden die de moeite van een vier-vijf meter diepe duik waard zijn om bekijken. Teleurstellend? Zeker. Vooral heel droevig. Zo’n zeventig kilometer zuidelijker, in Nueiba, zie je honderd keer meer koralen en vissen.

Tot slot: Eilat is vrijgesteld van BTW. Dat zou moeten betekenen dat in de winkels en horeca de prijzen gemiddeld twintig procent lager zouden moeten liggen. Voor ik naar huis terugreed, bezocht ik eerst nog ‘BIG’, een grote shopping mall in Eilat. Ik at er  – duur maar uitstekend – Thai en kocht in een schoenenwinkel een paar nieuwe Naot-sandalen. Zonder BTW dus. Ik was er zeker van een goeie deal te hebben gekregen.

Een maand later zag ik dezelfde sandalen in een etalage in Be’er Sheva. Goedkoper.

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Echec in Eilat – column Ya’akov Almor