Een bijzonder spannend boek – recensie ‘Het gevecht met de Nederlandse Spoorwegen’

Salo Muller kijkt naar toenmalig NS-topman Roger van Boxtel terwijl die excuses aanbiedt (beeld: uitgeverij Verbum)

Een aangrijpend verslag over cynisme en desinteresse tijdens en na de Tweede Wereldoorlog met betrekking tot de deportatie van Joden door de Nederlandse Spoorwegen.

Het is voor de hand liggend om de strijd die oud-fysiotherapeut Salo Muller tegen de Nederlandse Spoorwegen (NS) leverde te karakteriseren als die tussen David en Goliath. David de eenling, Goliath de machtige met steun van de (semi)overheid. Enkele voorbeelden uit het ‘Goliathkamp’ om de positie te duiden van degenen die aanvankelijk begrip opbrachten voor de NS, die tijdens de Tweede Wereldoorlog als zelfstandig bedrijf functioneerde en aan de eisen van de Duitse bezetter tegemoet moest komen: de ‘plaatsbewijzen’ – enkele reis! – voor de transporten naar de dood zijn door de slachtoffers, of uit geroofde Joodse eigendommen, betaald. Salo Muller in zijn boek Het gevecht met de Nederlandse Spoorwegen: ‘De nazi’s kregen groepskorting als er per keer meer dan vijfhonderd Joden getransporteerd konden worden. In totaal zijn 107.000 Joden vervoerd’.

Koningin Wilhelmina complimenteerde anno 1944 het spoorwegpersoneel: ‘Omdat ze zo prachtig hun vaderlandse plicht hebben vervuld’. Een schouderklopje van Hare Majesteit betekende voor de NS een oproep om op de ingeslagen (spoor)weg verder te gaan.

Verkeersminister Van Schaik analyseerde in september 1945 de dodentransporten als ‘Goed voor de Nederlandse economie’. Van Schaik: ‘Met uw treinen werden de ongelukkige slachtoffers naar de concentratiekampen gebracht. In uw harten was opstand. Toch hebt ge het gedaan. Dat strekt u tot eer. Het was de plicht die de Nederlandse regering van u eiste, omdat het spoorbedrijf een van de pijlers is waarop het economische leven van het Nederlandse volk steunt’.

Deel uit het verhoor in 1953 van de ‘naoorlogse’ NS-directeur Gustav Giesberger door de Enquête Commissie Regeringsbeleid 1940-1945. Giesberger: ‘Herhaaldelijk is aan de regering in Londen gevraagd wat met de deportaties gedaan moest worden. Het antwoord was eenvoudig: ‘Jullie moeten wel doorgaan’.

Zelf slachtoffer
Het was in 1942 – auteur Salo Muller was zes jaar – toen hij zijn ouders voor het laatst zag. Dat was in de Hollandsche Schouwburg, enkele dagen voordat ze via Westerbork naar Auschwitz werden afgevoerd. Het oorlogsleed heeft Salo nooit verlaten en is zijn drijfveer om de strijd te strijden die gevoerd moet worden. Hij besloot naar aanleiding van een artikel in De Telegraaf, waarin de foute rol van de NS wordt beschreven, het gevecht met de NS aan te gaan. David versus Goliath.

Muller: ‘Ik zou eerst voor mij en mijn vrouw schrijven en later zouden we het uitbreiden voor andere Joodse slachtoffers. De Joden die als een wrak teruggekomen waren uit de kampen, of anders voor hun kinderen’. Al vrij snel knokte hij ook voor de belangen van alle overlevenden.

In Mullers gevecht voor rechtvaardigheid, vooral met NS-president-directeur Roger van Boxel, krijgt de lezer een minutieus verslag van de moeizame strijd die Muller moest voeren. Aanvankelijk komen Van Boxel c.s. niet verder dan begrip tonen voor het leed dat de Joden is aangedaan. Over een eventuele financiële vergoeding zal nog uitentreuren worden gedebatteerd.

IJzeren wil
Het gevecht met de Nederlandse Spoorwegen is samengesteld uit briefwisselingen, genoteerde gesprekken en persoonlijke aantekeningen. Enerverende lectuur, over de begrijpelijke frustraties van Muller en bewondering voor zijn ijzeren wil om door te zetten. Muller: ‘Als iemand “nee” tegen mij zegt denk ik dat het “misschien” is. Zegt iemand “misschien” dan interpreteer ik dit als “ja”.

Deze mentaliteit heeft geleid tot een eervolle afloop voor de eenling versus een goed geoliede organisatie die over talloze juridische adviseurs beschikt. Toch kreeg Muller de NS op de knieën en bedwong hij een individuele tegemoetkoming voor alle overlevende Joodse slachtoffers van de, zoals Muller dat noemt, Nederlandse Holocaust.

In het boek komen bepaalde feiten aan het licht waarvan veel lezers vermoedelijk geen weet hadden. Triest is bijvoorbeeld de houding van het advocatenechtpaar Geert-Jan Knoops en Carry Hamburger. Muller: ‘Ze wilden mij natuurlijk graag helpen. Er werden berekeningen gemaakt en er kwam een bedrag uit met zes nullen waarvoor ze de NS aansprakelijk willen stellen. Niets brieven, direct procederen. Ik werd er opgewonden van. Maar toen kwam de aap uit de mouw. Ik moest eerst een bedrag storten voordat men aan de zaak ging werken. Aan welk bedrag moest ik denken? Het ging om honderdduizend euro. Tot nu toe had ik alles uit eigen zak betaald. Maar dit bedrag was voor mij niet op te brengen. Ik was verbijsterd’.

Een brief van Roger van Boxel aan Salo Muller – samengevat: ‘Uiteraard heb ik uw brieven gelezen en de reacties vanuit de NS hierop. (…) In uw brief refereert u ook naar de mogelijkheid tot individuele schadevergoeding. Hiervan kan echter geen sprake zijn of worden. In de afgelopen decennia is NS vaker geconfronteerd geweest met dit verzoek en gedurende deze decennia is vrij consistent de lijn getrokken: hoe vreeslijk ook, individuele schadevergoeding of claims accepteert NS niet omdat ons bedrijf ervoor gekozen heeft om collectief te her- en gedenken. Hoe moeilijk wellicht ook, hoop ik op uw begrip hierover’.

Zo zijn er veel briefwisselingen en gesprekken waaruit blijkt dat de NS weliswaar begrip kon opbrengen voor het lijden van de Joden, maar niet bereid was om ook maar één cent uit te keren. Tenenkrommend!

Stadionverbod
Beroemd is Salo Muller natuurlijk als Ajax-clubicoon. Maar daar zijn nuances in aan te brengen. Ooit hees Ajax hem op het schild als ‘De man met de gouden handjes’. Maar er werd grote inzet gevergd en was zijn salaris niet om over naar huis te schrijven. Uiteindelijk vertrok Muller en kreeg hij een stadionverbod!

Zijn boek Het gevecht met de Nederlandse Spoorwegen is bijzonder spannend, ook al is de (goede) afloop bekend. De door Muller genoteerde gesprekken zijn eerlijk en vooral niet opgesmukt. Recht uit het hart, waardoor je als lezer al snel kunt identificeert met de strijd van Salo Muller. Vermeldenswaard is de coverfoto van fotograaf Koen van Weel, die in één oogopslag de snijdende sfeer weergeeft: De argwanende blik van Salo Muller richting Roger van Boxel spreekt letterlijk boekdelen.

Tijdens de boekpresentatie heeft burgemeester Femke Halsema Salo Muller koninklijk onderscheiden met de Orde van Oranje Nassau. De onderscheiding is een remuneratie voor zijn inspanningen om een individuele tegemoetkoming van de Nederlandse Spoorwegen te bedingen ter compensatie voor de deportatie van Joden tijdens de Holocaust.

Titel: Het gevecht met de Nederlandse Spoorwegen
Auteur: Salo Muller
Aantal pagina’s: 127
Uitgeverij: Verbum en Salo Muller
ISBN: 9789493028319
Prijs: 19.50 euro


Lees ook:
Lintje voor Salo Muller na jarenlange inzet om rol van NS in Sjoa aan de kaak te stellen

Burgemeester Femke Halsema (GroenLinks) van Amsterdam overhandigde Muller de onderscheiding in een doosje – opspelden kon niet vanwege de coronacrisis. Dat gebeurde in de Johan Cruyff ArenA, de thuisbasis van Mullers oude club Ajax, waarvoor hij lang fysiotherapeut is geweest.

Categorie: |

Home » Nieuws » Een bijzonder spannend boek – recensie ‘Het gevecht met de Nederlandse Spoorwegen’