‘Erasmus Universiteit buigt voor anti-Israël-activisten’

Voorlopig zal de Erasmus Universiteit geen nieuwe samenwerking zoeken met partners in Israël en de Palestijnse gebieden. Dat is de uitkomst van beraad door het bestuur van de universiteit, dat zich geen laten adviseren door een commissie. De bestaande relaties worden in de komende maanden getoetst en heroverwogen. Volgens critici buigt de Rotterdamse universiteit hiermee voor anti-Israël-activisten.

De demonstraties tegen Israël, die na 7 oktober vorig jaar losbarstten, hielden de universiteit het vorige academische jaar in zijn greep. De activisten eisten dat alle banden met Israël werden verbroken, maar dat wilde het bestuur niet. Vervolgens kwamen er acties op de campus en moesten universiteitsgebouwen uit voorzorg worden gesloten. De protesten zorgden voor honderdduizend euro schade aan panden, spullen en apparatuur.

Bevriezen

Het bestuur stelde een onderzoekscommissie in en die nam de verbanden met Israëlische onderwijsinstellingen en andere spelers onder de loep. De zogeheten Adviescommissie Gevoelige Samenwerkingsverbanden (ACGS) stelde voor het aangaan van nieuwe relaties in zowel Israël als de Palestijnse gebieden voorlopig te bevriezen. Ook moeten de bestaande banden worden herbekeken, iets wat de commissie in de komende maanden zelf gaat doen.

Randvoorwaarden

Het college van bestuur van de Erasmus Universiteit neemt het advies van de ACGS over. Er is begrip voor dat er meer tijd nodig is om alle bestaande samenwerkingen te onderzoeken. ‘Als universiteit hechten wij veel waarde aan onze samenwerkingen en een zorgvuldige evaluatie van de relatie, uitgaande van onze eigen randvoorwaarden en met respect voor de omstandigheden en basiswaarden van onze samenwerkingspartner horen daarbij’, aldus het bestuur, dat met de decanen in gesprek gaat.

Kritiek

Volgens critici heeft de Erasmus Universiteit gebogen voor de anti-Israël-activisten. Het loont om gebouwen en terreinen te bezetten, om panden van binnen kort en klein te slaan en apparatuur te vernielen, stellen zij vast. Tegelijkertijd is niet vast te stellen dat Israëlische onderwijsinstellingen een aandeel hebben in de oorlog tegen terreurbeweging Hamas. Anderen vinden dat juist dit laatste punt leidend moet zijn.