Ländler – column Paul Damen
Paul Damen blikt terug op The Sound of Music, de grootse en zoetsappige Hollywood-musical die speelt in Oostenrijk ten tijde van het nationaalsocialisme. Wist u dat deze film – die in 1965 niet in de Weense bioscopen mocht worden getoond – een van de meest Joodse ooit is? Nee? Leest u dan even door.
Ja, Gaza. Maar nu even iets vrolijkers. Een musical! Binnenkort, op 2 oktober, kunt u in Tuschinski luid meezingen met de filmmusical The Sound of Music. Verkleed als non, marinekapitein of een van die vele kinderen – therapeutisch een aanrader. Weduwnaar kapitein Von Trapp krijgt non als kindermeisje en trouwt haar, achtervolgd door nazi’s, tegen het decor van Salzburg, Oostenrijk. Zo toffelemoons als de paus. Alleen is die Sound of Music veruit de meest Joodse Hollywood-productie ooit.
Bij componist Richard Rodgers, tekstschrijver Oscar Hammerstein II en vrijwel alle medewerkers stond er geen roomse non, maar een rabbijn boven hun wiegje. De kapitein in de Broadwayversie, Theodore Meyr Bikel, zelf voor de nazi’s uit Oostenrijk gevlucht naar Israël, was ooit chazzan. Omdat hij écht gitaar kon spelen, werd voor hem de zoetsappige hit ‘Edelweiss’ geschreven – in de VS vaak aangezien voor het Oostenrijkse volkslied.
Dat deed president Ronald Reagan bijvoorbeeld, die Edelweiss in 1984 tijdens een staatsbanket in het Witte Huis verwerkte in zijn toast op de Oostenrijkse president Rudolf Kirchschläger. Mike Kaplan deed de promotie van de film, Ernst Lehman schreef het scenario, en de hele filmscore werd gecomponeerd door de Tsjechisch-Joodse Irwin Kostal. Allemaal, u zegt het, van de Besneden Koek.
Anschluss
Net zoals producent en regisseur Robert Wise, ooit Weiss. Die wist wel wat hij met Salzburg aan moest. Zo hield hij tijdens de opnamen daar de lokale hotemetoten van zich af, toen die bezwaar maakten tegen de hakenkruisvlaggen (‘zo was Salzburg helemaal niet’) tot Wise dreigde de originele oorlogsopnamen van die wapperende vlaggen in de film te verwerken.
Ondanks dat in de zoetsappige filmversie in elk geval één familie zich tegen de Anschluss in 1938 verzette, viel dat niet goed aan de rechterzijde. Ja, Hitler kwam toevallig uit de buurt, maar de film was historisch niet accuraat. Daarom werden in Duitsland alle scènes over de nazi-jacht aan het einde er, buiten medeweten van Wise, uitgeknipt.
Jordaanwater
En nee, er klopt inderdaad historisch geen kloot van die film, maar die kapitein ‘Ritter’ (Baron) von Trapp was wel degelijk een duikbootpionier in de Oostenrijk-Hongarije, die als weduwnaar (van de kleindochter van de uitvinder van de torpedo trouwens), al elf jaar voor de Anschluss zijn Maria trouwde. Hij was geen Jodenhater: als jonge marinekadet nam hij op reis door toenmalig mandaatland Palestina zeven flessen Jordaanwater mee, waarmee hij al die kinderen liet dopen.
Trein naar Italië
In de film vlucht de familie, Climb ev’ry mountain-zingend zogenaamd naar de Zwitserse vrijheid, terwijl ze in beeld linea directa over de heuvels huppelen naar de Obersalzberg, waar de Gebloksnorde Leider in Berchtesgaden zijn huis had. Oeps. Navrant genoeg kreeg de crew hun apparatuur daar pas naar boven via een door Joodse gevangenen aangelegd pad naar een werkkamp vlakbij. Oostenrijk grenst ook nergens aan de noordkant Zwitserland, en de originele Von Trapps hoefden enkel door hun achtertuin het spoor over te steken voor de trein naar Italië. Maar, zo zei regisseur Rober Wise, ‘hier in Hollywood maken we onze eigen geografie’.
Liever lui dan moe
Het kantelmoment in de film valt als de non en de kapitein, de Ländler dansend, zich realiseren verliefd te zijn. Die Ländler bestaat inderdaad écht als Oostenrijkse boerendans. Beethoven schreef er zes (WoO 15), Mahler verwerkte er enkele in zijn symfoniën, en in Benjamin Britten’s Peter Grimes zit er ook eentje. Een driekwartsmaat volksdans, waarbij geklapt, gestampt en gejodeld mag worden, wat anders dan het steriele geschuif in de film. Rodgers en Hammerstein, liever lui dan moe, bewerkten de muziek voor de poppenkastscène in de musical, tot de langzamere Ländler. André Rieu danste hem met groot succes in Wenen, en ik zag hem in diezelfde plaats ooit dansen in een bierhal. Waarna donderend applaus.
Vreemd. De Sound of Music werd indertijd, in 1965, in Wenen uit de bioscopen geweerd. Niettemin zijn ze daar ervan overtuigd dat die ‘Ländler’ het enige authentieke Oostenrijkse is in de hele film, parel aan de kroon van hun eeuwenlange muziektraditie. Geweldig: Joodse Hollywood-jongens die in de Heimat van Hitler een traditie verzónnen – groter kan de gotspe niet groeien.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren