Foto’s uit het getto van Lodz

Afbeelding met tekst: Om dubieuze claims te voorkomen is deze afbeelding verwijderd.

Henryk Ross was een van de slechts 877 bekende overlevenden van het getto van Lodz in Polen, waarin meer dan tweehonderdduizend mensen door de nazis waren opgesloten tussen 1940 en 1945.

Ross was opgeleid als fotojournalist en moest aan het werk als de officiële fotograaf van het getto dat werd geleid door de door de nazi’s ingestelde Joodse Raad. Hij moest foto’s maken voor identiteitskaarten en voor propagandadoeleinden: beelden die de productiviteit van de arbeiders in het getto bejubelden. Maar wat de Joodse Raad niet wist, was dat Ross in het geheim de vernederingen en de tragedie van het dagelijks leven in het getto vastlegde.

In 1944, “omdat ik de totale vernietiging van de Poolse Joden voorzag,” zoals hij zich later herinnerde, begroef Ross meer dan 6.000 negatieven en afdrukken, verpakt in blikken in een houten doos. “Ik wilde historisch bewijs van onze lijdensweg achterlaten,” zegt Ross, die zijn doos in 1945 opgroef na de bevrijding van het getto door het Rode Leger. Meer dan de helft van de beelden had de verwoestingen door vocht onder de grond weerstaan.

“Het feit dat deze foto’s er nog zijn is een wonder,” zegt Kristen Gresh, fotografie-curator van het Museum of Fine Arts in Boston, in de Verenigde Staten. Het museum stelde eerder dit jaar een tentoonstelling samen van foto’s, getiteld ‘Memory Unearthed: The Lodz Ghetto Photographs of Henryk Ross’. De tentoonstelling is inmiddels voorbij, maar de foto’s zijn te zien op de website The Lodz Ghetto Photographs of Henryk Ross.

Ross getuigde ook in het proces tegen Eichamnn, waar hij foto’s liet zien als bewijs.

Ross spaarde het fotomateriaal dat hij kreeg toegewezen door onder andere twaalf mensen op één beeld te fotograferen voor hun identiteitskaarten. Daardoor hield hij film over die hij kon gebruiken voor zijn illegale werk. In de eerste twee jaar kon Ross zich tamelijk vrij bewegen in het getto. Later kreeg hij met steeds meer beperkingen te maken. Dit is te zien aan de foto’s, die vaak vanuit vreemde hoeken zijn gemaakt, zoals door de kier van een deur of van achter zijn overjas.

In 1942 vaardigde de Joodse Raad, in opdracht van de nazi’s, een bevel uit dat ouders hun kinderen onder de tien jaar moesten laten gaan voor ‘hervestiging’. Ross fotografeerde karren vol kinderen, zieken en ouderen die gedeporteerd werden naar Chelmno, een vernietigingskamp op dertig kilometer afstand van Lodz. Op dat moment stierven al honderd mensen per dag in het getto door ziekte en honger. Ross legde vast hoe tot slaaf gemaakte inwoners de lijken naar het mortuarium reden.

In augustus 1944, toen de liquidatie van het getto werd aangekondigd en de massale deportaties naar Auschwitz begonnen, was Ross één van de negenhonderd inwoners die moesten blijven om op te ruimen en het getto bewoonbaar te maken voor Duitse vluchtelingen. Omdat hij niet verwachtte dat hij zou overleven, begroef Ross de beelden die hij had gemaakt met gevaar voor zijn eigen leven en dat van zijn gezin.

Na de bevrijding in 1945 bleef Ross nog tien jaar in Polen wonen voor hij naar Israëlemigreerde. Hij heeft nooit meer gefotografeerd, maar hij drukte een aantal negatieven af voor het Eichmann-proces en publiceerde een boek, ‘De laatste reis van de Joden van Lodz’, in 1962. In 1982 stelde hij een album samen van contrasterende beelden, bijvoorbeeld plaatjes van een gelukkig gezin naast die van deportaties.

Bron: Artikel van Hilary Sheets op artsy.net

Categorie:

Home » Achtergrond » Foto’s uit het getto van Lodz