Gemeente Amsterdam onderzoekt terugvordering onderzoekssubsidie voor Anne Frank-boek
De gemeente Amsterdam onderzoekt of zij de onderzoekssubsidie voor de studie naar het verraad van Anne Frank gaat terugvorderen. De gemeente stelde honderdduizend euro beschikbaar. In ruil daarvoor zouden de data worden overgedragen aan het Stadsarchief .
Wethouder Touria Meliani van Cultuur schrijft in een brief aan de gemeenteraad ‘geschrokken’ te zijn over hoe ‘onzorgvuldig’ en ‘nalatig’ het onderzoek is gedaan. Ook noemt zij de aanvraag voor de subsidie ‘op z’n minst onzorgvuldig’. Hoofdonderzoeker Pieter van Twisk en filmmaker Thijs Bayens schreven in de aanvraag dat ‘de gelauwerde FBI-agent’ Vince Pankoke‘ het onderzoek van het zogenoemde coldcase-team zou leiden. Daarvoor kon hij onder meer gebruik maken van een internationale groep historici, gespecialiseerd in de Tweede Wereldoorlog en de Duitse bezetting.
Uit onderzoek van onder meer Trouw bleek dat een aantal historici die de onderzoekers opvoerden, helemaal niet waren betrokken bij de studie. Hooguit waren zij in de voorbereidingen geraadpleegd. Ook Nederlandse historici, gespecialiseerd in de geschiedenis van de Duitse bezetting, werden genoemd. Hubert Berkhout bijvoorbeeld, archivaris bij het Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD) wist van niets. “Ik zie het vooral als namedropping, want ik was beslist geen teamlid”, zei hij in een interview met Trouw. Voor de gemeente Amsterdam was die lijst onderzoekers de belangrijkste reden om de subsidie toe te kennen. Bovendien blijken de historische data nog altijd niet aan het Stadsarchief te zijn overgedragen.
Voormalig FBI-agent Pankoke heeft voor het eerst gereageerd op de commotie. In een bericht op de website van het coldcase-team schrijft hij dat de media eenzijdig berichten over het onderzoek en de kritiek daarop. Dat meldt de NOS. Volgens de onderzoeksleider komt die kritiek vooral uit Nederland. In het buitenland zou veel lof zijn geuit. Pankoke noemt de reacties ‘een giftige aanval’, die onderzoekers die in het verleden probeerden te achterhalen wie de onderduikers in het Achterhuis had verraden, nooit hebben gekregen. Volgens Pankoke hebben de critici geen argumenten die hun oordeel ondersteunen.
In het boek ‘Het verraad van Anne Frank’ van de Canadese auteur Rosemary Sullivan, dat een weerslag vormt van de zes jaar durende coldcase-studie, wordt de Joodse notaris Arnold van den Bergh uit Amsterdam aangewezen als de man die Anne Frank, haar familieleden en mede-onderduikers in het Achterhuis verraadde aan de Duitse bezetter. Dat is ‘voor 85 procent zeker’ stelde het onderzoeksteam. Die conclusie leidde tot een storm van protest. Wetenschappers stoorden zich vooral aan het flinterdunne bewijs en de vele aannames in het boek.
Inmiddels heeft uitgeverij Ambo Anthos haar excuses aangeboden. In een verklaring erkende de uitgeverij dat zij kritischer had moeten zijn. De uitgever heeft het onderzoeksteam ‘aanvullende vragen’ gesteld, waarop eerst een antwoord moet komen. Een tweede druk van het boek is voorlopig uitgesteld. Ook de levering van extra exemplaren aan boekhandels is stilgelegd.
Lees ook:
Onderzoekers naar het verraad van Anne Frank gebruikten namen van deskundigen zonder hun toestemming
Uit onderzoek van dagblad Trouw blijkt dat het kernteam dat het Anne Frank-onderzoek leidde, een aantal deskundigen op de subsidieaanvraag zette zonder dat die daarvan wisten. Bovendien waren de betrokkenen geen lid van het onderzoeksteam. Het kernteam voerde een aantal Amerikaanse onderzoekers op die aan het project zouden meewerken.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren