Herdenking gedeporteerde patiënten Parnassia

Honderden mensen waren aanwezig bij de onthulling van een monument voor de 251 Joodse patiënten van het psychiatrisch ziekenhuis Parnassia in Den Haag die weggevoerd en vermoord werden tijdens de Duitse bezetting.

De bijeenkomst vond vorige week plaats in het nog steeds bestaande Parnassia ziekenhuis, enkele dagen voor het vijfenzeventig jaar geleden was dat de deportaties uit deze instelling begonnen, een van de wrede dieptepunten van de nazi-bezetting.

Een muur met een reliëf van een menora werd onthuld op de plaats van de nazi’s in 1942 de patiënten verzamelden van wat toen het Rosenburg psychiatrisch instituut heette. Volgens recent onderzoek waren tientallen Joden ondergedoken in het instituut, zich voordoend als patiënten, in de hoop dat de Duitsers hen zouden sparen. Ook waren er ‘echte’ Joodse patiënten aanwezig.

Op 31 december 1942 werden alle Joden die zich hadden verborgen in het ziekenhuis, opgepakt, naar Westerbork gestuurd en van daar naar de vernietigingskampen in Polen. Van de 251 gedeporteerden overleefden slechts vierentwintig personen.

Ronny Naftaniel, die een van de oprichters is van de Haagse Joods Erfgoed stichting, was onder de initiatiefnemers voor de aanleg van het monument. Hij zei dat de harteloosheid van deze deportatie van patiënten typerend is voor de meedogenloze vervolging die leidde tot de moord op vijfenzeventig procent van de 140 duizend Nederlandse Joden, het hoogste percentage in door de nazi’s bezette landen in West-Europa.