Herman Loonstein wil GVB Amsterdam voor de rechter dagen om restitutie
Advocaat Herman Loonstein (62) zit veertig jaar in het vak. Rustiger aan doen, daar heeft hij nog niet van gehoord. In plaats daarvan wordt het tijd om zich in te zetten voor rechtsherstel van Joodse slachtoffers en het terugkrijgen van geroofd Joods bezit. In zijn agenda speelt Loonstein er één dag in de week voor vrij. In dagblad Trouw spreekt hij van een ‘monsterklus’. “En die zal niet gereed komen voordat ik met pensioen ga. Maar ik ben gedreven om een aantal van dit soort zaken tot een goed resultaat te brengen, in ieder geval een begin te maken aan het rechtsherstel voor de Joden van wie in de oorlog het bezit is geroofd.” Ook beoogt hij het GVB voor de rechter te dagen.
Fout gemaakt
Gedupeerde Sjoa-overlevenden kunnen bij Loonstein terecht. Tot aan en na zijn pensioen zal hij zich ermee bezig houden, een dag in de week. Hij heeft al jaren van dit soort cliënten. “Zijzelf, hun kinderen of kleinkinderen kloppen bij mij aan omdat ze op zoek zijn naar kunst die in die periode is verdwenen. Of ze willen weten hoe het zit met het huis dat na de terugkomst uit de kampen plots aan een andere familie toebehoorde.” Wekelijks krijgt hij brieven en belletjes. “Ik had een groot huishouden draaiende te houden, miste de tijd en middelen. Maar als ik één fout gemaakt heb, is dat ik die zaken steeds voor me uit heb geschoven.”
Beroemde cliënten
Loonstein heeft een lange carriere achter de rug met verschillende bekende en onbekende cliënten. Zo verdedigde hij Bram Moszkowicz in de zaak ‘maffiamaatje’ en was hij de juridisch adviseur van voetbaljournalist Johan Derksen in een zaak rond diens voetbalmuseum. Ook nam hij het op tegen Máxima, die een auto-ongeluk had veroorzaakt door bij het paleishek aan te knallen tegen het voertuig van een vleeshandelaar. Verder verdedigt hij momenteel de eigenaren van het kosjere restaurant HaCarmel in de zaken die lopen tegen hun antisemitische belagers.
Restitutie
Toch laten de bange jaren ’40-’45 Loonstein niet los. “De oorlogsmisdaden zitten mij dwars. Het is iets dat mij niet loslaat, om met de woorden van koning Willem-Alexander te spreken. Nog steeds maakt de overheid geen werk van rechtsherstel. Nog steeds staan Holocaustoverlevenden er alleen voor. Nu de laatsten op leeftijd zijn, is het de hoogste tijd om daar iets aan te doen,” zegt hij in Trouw. Tal van misdaden moeten nog worden rechtgezet. “Denk aan de leges die mensen bij de gemeente hebben betaald voor de verplichte Jodensterren. Iedere Jood had er minimaal drie nodig: voor op de regenjas, de winterjas én het colbert.”
GVB
Het Gemeentevervoersbedrijf (GVB) van Amsterdam staat op de nominatie om voor de rechter gedaagd te worden. Loonstein: “Zij heeft precies hetzelfde gedaan als de NS, maar dan binnen de stad. Het gros van de Amsterdamse Joden is namelijk per tram naar de Hollandsche Schouwburg gebracht, waar zij zich moesten melden. Voor dat ritje moesten zij betalen. Ik zou het dus redelijk vinden als de GVB net als de NS met een voorstel komt. Maar wanneer ik daarover informeer bij het vervoersbedrijf, krijg ik geen inhoudelijk antwoord. Daarvoor is dus een procedure nodig.”
Kunstroof
De familie Loonstein is zelf ook slachtoffer van roof tijdens de Sjoa. “Een oom van mijn vader, die als weesjongetje uit de oorlog is gekomen, was een groot kunstliefhebber. Hij bezat werken van allerlei bekende kunstenaars, waaronder van Renoir. Maar na de oorlog was alle kunst weg. Wij zijn daar als familie al tijdenlang naar op zoek.” Want wat hing er precies bij hem? vraagt Loonstein zich hardop af. “De oom noch zijn kinderen kwamen terug uit de concentratiekampen, en lijsten met namen van de werken hebben we niet. We beschikken wel over wat informatie, mensen herinneren zich dat er op de Renoir een vrouw met een parasol stond afgebeeld. Maar zeker is dat niet. Het kan ook een meisje zijn geweest, of een paraplu in plaats van een parasol.”
Kandinsky
Renoir heeft talloze werken gemaakt die onder die vage omschrijving vallen. “En dan hebben we het enkel over één schilderij uit de verzameling. Zonder medewerking van de overheid, die de door Duitsland teruggegeven roofkunst beheert, is het bijna onmogelijk te achterhalen waar al die werken nu hangen.” Eind dit jaar staat er nog een kunstroofzaak op de rol die Loonstein doet: de Kandinsky die niet teruggegeven is aan de Joodse familie Lewenstein, omdat er volgens de Restitutiecommissie onvoldoende bewijs is dat het werk gestolen is. Loonstein zal de familie verdedigen, die stelt dat het doek wel geroofd is.
Ombudsman
In het kader van al deze onderwerpen pleit Loonstein in dagblad Trouw voor een Ombudsman Holocaust als ‘passend excuus’ na 75 jaar. “Zodat overlevenden en hun nazaten een plek hebben waar zij kunnen aankloppen en zij dit soort problemen niet alleen hoeven op te lossen.” Het is hem niet om het geld te doen. “Dat wat weg is, is weg, krijgen we nooit meer terug. Het gaat om genoegdoening. Om de bereidheid van de overheid om dit soort zaken op te lossen. Vooral als het gaat om onroerend goed en kunst, terreinen waar zij haar sporen heeft nagelaten. Ik hoor woorden van premier Rutte, de koning en burgemeesters. Maar van daden zie ik nog weinig. De enige resterende optie is procederen.”
Lees verder:
Erven Lewenstein spannen rechtszaak aan tegen Stedelijk Museum om Kandinsky
De erfgenamen van de Joodse familie Lewenstein stappen naar de rechtbank om een schilderij van Waisly Kandinsky terug te krijgen van het Stedelijk Museum. Dat heeft hun advocaat bekend gemaakt. Het gaat om het doek Bild mit Häusern dat in de Tweede Wereldoorlog zou zijn geroofd van Emanuel Lewenstein en dat thans in het Amsterdamse museum hangt.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren