Hooggerechtshof staat Tora-lezen vrouwen Kotel toe
In een cruciale uitspraak zegt het Israëlische Hooggerechtshof dat vrouwen het recht hebben om diensten te houden bij de Kotel, de Westelijke Tempelmuur. Het hoogste gerechtelijke orgaan van het land geeft de regering dertig dagen de tijd om met argumenten te komen waarom vrouwen niet uit de Tora zouden mogen lezen als onderdeel van hun gebedsdiensten bij de Kotel.
De uitspraak werd gedaan in reactie op drie petities over verwante onderwerpen en stelde dat als de regering geen goede reden kan vinden voor het tegendeel, vrouwen niet alleen Tora mogen lezen bij de Westelijke Muur, maar ook dat de regering niet langer mag volhouden dat de Boog van Robinson gelijk staat aan ‘toegang tot de Westelijke Muur’. Het Hooggerechtshof sprak zich niet uit over de beslissing van de regering om een permanente pluralistische gebedsplaats te bouwen in het gebied bij de Boog van Robinson, dat op dit moment ook een archeologisch park is.
Verder mogen vrouwen niet langer worden gefouilleerd op het ‘smokkelen’ van Joodse rituele voorwerpen door de religieuze politie, iets dat op dit moment wel gebeurt.
Als de regering niet met ‘goede redenen’ komt om vrouwen te verbieden Tora te lezen, moet nog wel worden bepaald of zij toegang krijgen tot de honderden sefers (Torarollen) die zich nu bevinden in het mannengedeelte van de Kotel.
Een recent opinie-onderzoek laat zien dat 62 procent van de Israëli’s vindt dat er gebedsdiensten van vrouwen mogen plaatsvinden bij de Westelijke Muur. Maar van het religieuze deel van de Israëlische bevolking keurt 81 procent van de modern-orthodoxen dit af, net als maar liefst 95 procent van de ultra-orthodoxen.
