Iets Joods? – column Marcel Möring

Marcel Möring
Marcel Möring

Mijn uitgangspunt in het geval van partnerkeuze was altijd dat mijn jeugd genoeg was bepaald door Joodse vrouwen – moeder en twee zusters – zodat ik mijn amoureuze heil beter elders kon zoeken. Het is geen sjikse-complex. Ik droom niet van blonde haren en blauwe ogen. Het is een kwestie van genoeg is genoeg.

Dat heeft twee relaties opgeleverd, een van 22 jaar en een van acht jaar. Dat is misschien geen slechte score op veertig jaar liefdesleven, maar ik beschouw elke breuk desondanks als een vorm van persoonlijk falen. Daarom, toen ik weer alleen was, besloot ik om vooral niet op zoek te gaan. Eerst maar eens uitvinden wat er aan mij schortte, qua bestendigheid. Zo overtuigd was ik dat ik met Tommy Wieringa wedde om een fles whiskey dat ik minstens twee jaar als vrijgezel zou doorbrengen. Die fles ben ik kwijt. En het ergste is dat mijn geliefde Joods is. Christelijk opgevoed weliswaar (haar Weens-Joodse moeder trouwde een goed-katholieke Brabander) maar, zei ik tegen haar: “Die doop is er al lang afgewassen.”

Wat nu?

Ik ben opgegroeid in delen van Nederland waar Joden dun, zeer dun, gezaaid waren. Mijn favoriete voorbeeld is dat ons gezin de Joodse bevolking van Assen verdubbelde toen wij daar gingen wonen. Dat is overdreven, maar heel erg veel scheelde het niet. Zelfs al had ik een Joodse vriendin gewild, het was in mijn jeugd niet eens mogelijk geweest. Misschien, maar dat bedenk ik nu pas, was de filosofie achter mijn partnerkeuze eigenlijk geboren uit noodzaak.

Het punt is dat ik niet weet wat ik aanmoet met een Joodse geliefde. Is het nog steeds leuk om naar een film te kijken en bij alle acteurs, van wie niemand het verwacht, te zeggen dat ze Joods zijn? (Kirk Douglas, Katharine Hepburn) Of, als iemand een lange wandeling wil maken, zeggen ‘dat wij al genoeg hebben gelopen’? Ja, flauw allemaal, maar toch. Je hecht aan dat soort dingen. En wat moet ik doen, nu ze heeft gezegd dat ze dit jaar een seider wil? De prachtige kussens met bijbehorende foulard die ze me heeft gegeven, was dat iets Joods of…

Er zijn twee mogelijkheden: vooruitgang of regressie. Of ik heb mijn eigen taboe doorbroken en er gaat een wereld voor mij open, of ik ben eindelijk teruggekeerd in de moederschoot en straks zal iemand tegen mij zeggen dat ik meer moet eten (wat ze al heeft gezegd) en dat ik flink moet doorwerken (wat ze ook al heeft gezegd).

Kan er geen cursus worden opgezet voor mediene-Joden zoals ik die dit allemaal niet gewend zijn? Een praatgroep, desnoods? Waar blijft het Joods Maatschappelijk Werk als je het nodig hebt? Moet ik dan alles alleen uitvinden?

Categorie:

Home » Columns en opinie » Archief Oud-columnisten » Iets Joods? – column Marcel Möring