Israël hoopt nog steeds op Surinaamse ambassade in Jeruzalem

Ondanks dat de Surinaamse president Chad Santokhi heeft gezegd dat Suriname geen geld heeft om een ambassade in Jeruzalem te openen, hoopt Israël nog steeds op een ambassade van het voormalige Nederlandse wingewest in haar hoofdstad. Dat blijkt uit de uitlatingen van de niet-residerende Israëlische ambassadeur voor Suriname. Het land was erg blij met de belofte die de Surinaamse minister Albert Ramdin in mei deed toen hij op bezoek was in Israël. Daarover ontstond tumult in Suriname, waardoor de regering haar plan om financiële redenen terugtrok.

Als het aan Itai Bardov ligt, zal Suriname nog een ambassade openen in Israël; bij voorkeur in Jeruzalem. Dat heeft de niet-residerende Israëlische ambassadeur voor het Zuid-Amerikaanse land laten weten. Bardov garandeert dat een Surinaamse ambassade de samenwerking tussen beide landen zal versterken. Suriname zal er volgens hem alleen voordeel aan ondervinden. Hij heeft formeel nog geen informatie van de Surinaamse regering ontvangen dat er is afgezien van het plan dat minister Ramdin eerder presenteerde. Ook zegt Bardov dat de bilaterale relatie niet zal lijden onder de huidige situatie.

Na de toezegging van Ramdin barstte er in Suriname een verhit debat los tussen voor- en tegenstanders van een ambassade in Jeruzalem. Voor met name de moslims in het land ligt zoiets gevoelig: zij zijn solidair met de Palestijnen, die oost-Jeruzalem claimen als toekomstige hoofdstad van een onafhankelijke Palestijnse staat. Mede daardoor heeft slechts een handjevol landen er een ambassade zitten. Binnen de Surinaamse coalitieregering rommelde het ook: coalitiepartij ABOP van vicepresident Ronnie Brunswijk was niet geïnformeerd en keerde zich tegen het plan. Uiteindelijk koos president Santokhi de vlucht naar voren door te zeggen dat Suriname geen geld heeft om een ambassade in Israël te openen. Daar lijkt de kous voorlopig mee af.

Analyse
Het succesvolle bezoek van minister Ramdin aan Israël kon worden gezien als de kroon op jarenlang diplomatiek werk dat werd ingezet door de regering Bouterse. Suriname ziet kansen in het versterken van de banden met Israël in ruil voor handel en economische hulp, zaken die het land ontzettend nodig heeft. Het openen van een ambassade in Jeruzalem – een vurige wens van Israël om internationale erkenning te krijgen voor Jeruzalem als hoofdstad – zou daar informeel tegenover staan. De toezegging van Rambin gold dan ook als een diplomatieke opsteker voor Israël. Alleen de Verenigde Staten, Honduras, Guatemale en Kosovo – dat niet door de hele wereld als staat wordt erkend – hebben een ambassade in Jeruzalem. De rest zit in Tel Aviv.

De regering in Paramaribo heeft het blijkbaar verzaakt om de Israëlische regering formeel op de hoogte te stellen van het besluit om af te zien van een ambassade in Jeruzalem. Zodoende kon de Israëlische niet-residerende ambassadeur voor Suriname zeggen dat het land nog steeds rekent op een Surinaamse ambassade. Jarenlang hebben Surinaamse politici geschermd met Israël als een goede investeerder die landbouwtechnieken, economische hulp en andere zaken kan brengen. Suriname heeft alle hulp nodig die het kan krijgen vanwege de schulden die het land heeft gemaakt. Het zou zonde zijn voor de bevolking als de Israëlische kans voorbij gaat vanwege een ideologische strijd rondom een ambassade in Jeruzalem.

Lees meer:
Santokhi: ‘Suriname heeft geen geld voor een ambassade in Israël’
Het ziet er naar uit dat Suriname voorlopig toch geen ambassade opent in Israël. Volgens president Chadrikapersad Santokhi is er geen geld om een post in het land op te zetten. Met zijn mededeling trekt hij de stekker uit het project om in Jeruzalem een ambassade te openen.