Israël stopt met Eurovisie Songfestival

Israël doet vanaf volgend jaar niet langer mee aan het Eurovisie Songfestival. Dat heeft de Israëlische publieke omroep (IBA) zaterdagavond bekend gemaakt tijdens de puntentelling van het liedjesfestijn. Ofer Nachshon, die de punten namens het land doorgaf, meldde dit. De reden van het stoppen ligt in het feit dat de publieke omroep in het land hervormd wordt. In de toekomst zal IBA geen nieuwsuitzendingen meer maken, waardoor de omroep geen deel meer mag uitmaken van de overkoepelende Eurovisie-organisatie EBU. Wel had de EBU gehoopt op een oplossing, maar die zit er dus niet in.

Velen kennen Israël als een trots Eurovisieland met een lange traditie van inzendingen. Het land deed voor het eerst mee aan het songfestival in 1973 en won vijf jaar later met de song A-Ba-Ni-Bi van zanger Izhar Cohen en Alphabeta. Een jaar later was het evenement in Jeruzalem, waar Israël opnieuw won met Halelujah van de groep Milk and Honey. In de twintig jaar daarna lukte het de Israëliërs niet om te winnen, maar daar kwam verandering in toen de transseksuele zangeres Dana International in 1998 won met het nummer Diva. Een jaar later werd het festival wederom in Jeruzalem georganiseerd. Zweden behaalde toen de overwinning.

In de laatste jaren lukte het Israël meestal niet om de finale van het Songfestival te bereiken. Dit had te maken met het systeem van televoting waarbij Europeanen zelf stemden op de landen in plaats van dat vakjury’s moesten stemmen. Door de dalende populariteit van Israël, onder andere door het conflict met de Palestijnen, gingen experts er van uit dat Israël minder punten van de kijkers kreeg. Wel waren er bijzondere momenten, zoals ophef over een jurk van John Galliano en een rel rond de Israëlische deelnemer Hovi Star en de Nederlandse zanger Douwe Bob. Dit jaar deed zanger Imri Ziv mee. Hij bereikte de finale, maar eindigde toch bij de laatste landen.