Joden rouwen mee om doden van Srebrenica

Aan de jaarlijkse herdenking van de massamoord van Srebrenica hebben ook Joden meegedaan. Dinsdag was er een Joodse delegatie aanwezig tijdens de plechtigheid in het Bosnische stadje, waar in 1995 duizenden moslims de dood vonden door Bosnisch-Servische kogels. Het gaat om de ergste gruweldaad die in Europa na de Tweede Wereldoorlog is gepleegd. Voorafgaand kwamen Joden en moslims samen om te praten over manieren om hun verdriet te gebruiken om de wereld te verlossen van haat en onverdraagzaamheid. Dit meldt het Joods Wereldcongres (WJC) in een persbericht.

Mladic

Ieder jaar vindt op 11 juli de herdenking van het bloedbad plaats. Op die dag in 1995 werd de moslimenclave door het Bosnisch-Servische leger van generaal Radko Mladic onder de voet gelopen. Nederlandse blauwhelmen moesten de moslims beschermen, maar waren met veel te weinig om hun werk te doen. Mladic liet de Nederlanders gaan, maar gaf zijn manschappen de opdracht om alle weerbare moslimmannen te vermoorden. Ruim achtduizend moslims werden gedood en in massagraven gedumpt. Van hen zijn er ongeveer 6.600 geïdentificeerd middels DNA-onderzoek.

Alleen nog botten

Dinsdag kwamen daar nog eens 27 mannen en drie tienerjongens bij. Hun resten [soms worden er slechts een paar botten gevonden, red] werden begraven op de erebegraafplaats. Voorafgaand ging een delegatie van het WJC in gesprek met moslims over rouwen, pijn delen en kennisoverdracht. De Joden zijn ‘ervaringsdeskundige’ vanwege de Sjoa. “Het is absoluut cruciaal voor de toekomst van zowel het Joodse volk als het Bosniakische volk dat we onze krachten bundelen tijdens deze herdenking, om ervoor te zorgen dat dit soort wreedheden in de toekomst niet meer kunnen plaatsvinden,” aldus algemeen WJC-directeur Menachem Rosensaft. Hij kreeg er veel waardering voor.

Samenwerken

Rosensaft leidde een delegatie van Joodse geleerden en jonge Joodse diplomaten die deelnamen aan een bijeenkomst van het WJC en het Srebrenica Memorial Center. Ze willen samenwerken aan het in herinnering houden van de slachtoffers van de genocide in Screbrenica. Ook willen ze samen strijden tegen Holocaustontkenning en antisemitisme. De Joodse gemeenschap van Bosnië-Herzegovina was ook betrokken bij de herdenking. Samen rouwden ze om de doden van Srebrenica, die ingegeven door haat, wrok en rancune zijn vermoord door het leger van de Bosnische Serviërs. Ook de Turkse president Recep Tayyip Erdogan gaf een toespraak tijdens de herdenking. Hij riep op tot een vredig Bosnië.

Nieuwe spanningen

Begin jaren negentig viel Joegoslavië uiteen in verschillende onafhankelijke staten. Een ervan werd Bosnië-Herzegovina, waar een burgeroorlog uitbrak tussen moslims, Kroaten en Serviërs. De oorlog werd in 1995 beslecht met het Akkoord van Dayton, waarin werd bepaald dat het land een federatie werd met een Moslim-Kroatisch en een Servisch deel. De drie bevolkingsgroepen moeten de macht sindsdien delen. Sinds eind 2022 rommelt het echter weer. De Bosnisch-Servische leider Miroslav Dodik wil meer bevoegdheden voor zijn deelstaat en ondervindt weerstand van de anderen. Hij speelt hard spel en dreigt met onafhankelijkheid als het moet. Als dat gebeurt, kan er weer een nieuw gewapend conflict ontstaan.

Lees ook:
Israël levert Bosnisch-Servische oorlogsmisdadiger uit aan Bosnië
Alexander Zvtkovic wordt verdacht van betrokkenheid van de genocide op 800 Bosnische mannen en jongens op 16 juli 1995 in de buurt van Zvornik. Het verzoek om zijn uitlevering werd op 29 augustus 2010 door de regering van Bosnië-Herzegovina ingediend. Zvtkovic diende in het Tiende Detachement onder leiding van Ratko Mladic.