Jom Ha Voetbal – column Marc de Hond

Marc de Hond
Jonet

Ooit zei ik in een interview: “Er zijn drie Joodse Feestdagen die ik altijd vier: Pesach, Jom Kippoer en Jom Ha Voetbal.” Als ik heel eerlijk ben… de laatste jaren ben ik alleen structureel bij die laatste van de partij.

Afgelopen week was de 39ste editie van ‘Jomha’. Een jaarlijks voetbaltoernooi voor Joodse verenigingen en organisaties, en tegelijkertijd een gezellig feest voor Joods Nederland. Voor mij is Jomha in eerste instantie vooral jeugdsentiment. Sinds mijn elfde deed ik mee. Ik had die zomer net de overstap gemaakt van hockey naar voetbal, ik was keeper geworden en mocht in het team van mijn broertje op doel staan. Mijn Opa Sam en Oma Jannie stonden langs de lijn, trots op elke redding die ik verrichte. Nóóit sloegen zij een editie over.

De locatie veranderde weleens; van de velden van RAP en AFC in Buitenveldert naar RKAVIC in Amstelveen. Andere dingen bleven traditie: broodje falafel in de pauze, Rabbijn Vorst die altijd aanwezig is; in de beginjaren nog als speler (consequent met lange joggingbroek), later om langs de lijn tefilin aan te brengen en Paul Stoppelman die steevast om 08:30 uur zijn team de eerste wedstrijd ziet spelen met negen man (omdat de rest van de ploeg zich heeft verslapen).

Dan is er nog de deelname van Joodse prominenten als Frits Barend die al 39 edities in het veld staat bij Maccabi Tennis (dat altijd in Oranje speelt), Raoul Heertje die de sterren van de hemel speelt bij de Circumcisers (tot een paar jaar geleden altijd in Scheidsrechters tenue), Ajacied Bennie Muller die altijd naar zijn zoon kwam kijken (inmiddels naar zijn kleinkinderen) en mijn eigen vader (jarenlang als keeper bij Maccabi Tennis, daarna als scheidsrechter).

Voor mij persoonlijk waren de drie meest bijzondere edities 2001, 2002 en 2003. Het jaar 2001 was het laatste jaar dat mijn opa en oma aanwezig waren. Mijn Opa Sam (inmiddels slecht ter been en in rolstoel langs de lijn) zag mijn team Maccabi Schieten in de halve finale worden uitgeschakeld in een bloedstollende penaltyreeks tegen de latere winnaar New York Pizza. Ik hoorde later van mijn oma dat Opa Sam glunderde van trots bij de twee pingels die ik uit de kruising plukte. Een half jaar later zijn mijn opa en oma kort na elkaar gestorven.

2002 was mijn eerste keer Jomha zonder opa en oma. Het zou ook de laatste keer worden dat ik zelf in actie zou komen. Wederom was het onze aardsrivaal New York Pizza dat ons in de halve finale uitschakelde. Eind dat jaar kreeg ik rugklachten, gevolgd door een dwarslaesie die het einde betekende van mijn keepersloopbaan.

In 2003 nam mijn vader mijn plek in het doel van Maccabi Schieten van mij over en werd ik coach. Toen ik voor het eerst het terrein van RKAVIC in rolstoel opreed moest ik even aan Opa Sam denken. Ik hoefde die dag niet zo heel veel te coachen: mijn teamgenoten gingen voor me door het vuur, vastbesloten om mij de overwinning te bezorgen. In de halve finale troffen we wederom New York Pizza. Waar wij in voorgaande jaren altijd van ze verloren, wisten we ze nu eindelijk te verslaan. In de finale walsten we over een Engels team heen. Voor het eerst stond ik niet in het doel, en won ik eindelijk Jom Ha Voetbal! Ergens op een wolk boven RKAVIC keken opa en oma tevreden toe.

Jom Ha Voetbal
Het team van Marc de Hond. Jom Ha Voetbal 2018.

Categorie:

Home » Columns en opinie » Jom Ha Voetbal – column Marc de Hond