Joodse en homo-organisatie: hoger beroep in zaak Ismo

Het Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI) en homobelangenorganisatie COC eisen dat het Openbaar Ministerie (OM) in hoger beroep gaat in de zaak tegen rapper Ismo. Ze vinden het niet kunnen dat de artiest is vrijgesproken van belediging en het zaaien van haat. Dit gebeurde dinsdag toen de Bredase rechter de Marokkaanse Nederlander niet wilde vervolgen om zijn nummer ‘Eenmans’. Volgens de rechtbank is Ismo’s tekst over Joden ‘op zichzelf wel beledigend van aard’, maar valt deze onder het recht op vrijheid van meningsuiting, omdat hij werd gedaan in het kader van de artistieke expressie.

Het CIDI en COC vinden het oordeel verontrustend, zo laten ze in een verklaring weten. ‘Het lijkt een vrijbrief voor discriminerende uitspraken als die maar in een rap worden gedaan. “Boos zijn” mag geen excuus zijn voor het kwetsen van Joden en homo’s, die niets te maken hebben met “de woede van Ismo”,’ aldus beide organisaties. ‘De vele maatschappelijke reacties laten zien dat de tekst van de rap wel degelijk “onnodig grievend” is: er is geen redelijk doel gediend met deze beledigingen, die de stemming tegen Joden en homo’s verder vergiftigen’. 

Ismo zelf stelt dat zijn teksten verkeerd worden uitgelegd. “Flikkers zijn mensen die wat flikken, ik bedoel geen homo’s”, zei hij tegen de rechter. De Bredase rechtbank ging mee met zijn verklaring en mede daarom wordt de tekst als niet beledigend beschouwd. Ismo: “Ik zit al acht jaar in de rapwereld, dit is gebruikelijke straattaal. Waar gaat dit over? Er zijn zoveel raps die veel verder gaan. Met Joden bedoelde ik de zionisten. Die haat ik nog steeds”.Tegen tv-show PowNews zei hij eerder: “Je weet toch. Al ben ik eerlijk, man. Ik heb er ook niks méé. Maar, daar ging die tekst helemaal niet over”.