Joodse regisseur van The Dybbuk werd Romeinse prins

Michal Waszynski
wiki

Bij zijn overlijden in 1965 herinnerden slechts weinigen zich Michal Waszynski nog als de regisseur van een van de klassiekers van de Jiddische film: ‘The Dybbuk’ uit 1937. Hij woonde in die tijd in Rome, waar hij een luxueus leven leidde en in een schitterende villa woonde. Hij bewoog zich in kringen van beroemdheden uit Hollywood en de Italiaanse filmwereld, van Sophia Loren tot Joseph Mankiewicz.

Hij leefde als een aristocraat en had het voor elkaar weten te krijgen dat hij de titel van ‘prins’ kreeg van de Italiaanse regering. Maar hij werd geboren in 1904 als Mosjé Waks in Volhynia, een voornamelijk door Joden bewoonde regio van het Russische tsarenrijk.

Zijn levensreis naar de glamour van de filmindustrie was zowel bizar als geboren uit wanhoop. Zijn leven, dat zo nauw verweven was met de meest karakteristieke kunstvorm van de twintigste eeuw, lijkt zelf op een film. Die is er dan ook gekomen, in de vorm van de documentaire ‘The Prince and the Dybbuk’. Tegelijkertijd is ‘The Dybbuk’ gerestaureerd door het National Center for Jewish Film van de bekende Amerikaanse Brandeis Universiteit.

De regisseurs van de documentaire, Elwira Niewira en Piotr Rosolowski hebben geprobeerd Waszynski’s leven te begrijpen. Dat was niet gemakkelijk, vooral door zijn authentiek aristocratische zwijgzaamheid over zichzelf. In de beelden die van hem bewaard zijn gebleven, spreekt hij zelden over zijn eigen gedachten, gevoelens of ervaringen. In plaats daarvan vertoont hij zich in het gezelschap van mooie, rijke en machtige mensen, elegant gekleed en met een onberispelijke houding; hij biedt hier en daar een ‘bon mot’ of geeft een kus op de wang van een jonge actrice, maar begeeft zich nergens in een langer gesprek.

Daarom toont de documentaire een mix van interviews, stukjes uit Waszynski’s films en dagboeken, en abstracte beelden en geluiden, waardoor de film een dromerige sfeer heeft. Dit is in overeenstemming met het leven van de regisseur, die niet alleen zijn eigen innerlijke drang en passie volgde, maar ook de grote lijnen van de geschiedenis van de twintigste eeuw, in het bijzonder de opkomst van de filmindustrie. Eén van Waszynski’s kennissen zegt in de documentaire: “Hij leefde in een droomwereld, want film is een droom.”

De documentaire vertelt het verhaal van Waszynski’s leven in omgekeerde volgorde. Het begint met een beeld van het enorme graf in Rome en volgt zijn leven tot aan zijn kindertijd. De makers van de documentaire zijn als detectives; zij reizen naar Israël waar zij met verre familieleden spreken en naar de geboortestad van Mosjé Waks, Kovel in de Oekraïne dat ooit een bloeiende Joodse gemeenschap had. Toen hij in Warschau films begon te maken, veranderde Waks zijn naam in het Poolser klinkende Waszynski en bekeerde zich tot het katholicisme. Hij maakte een grote hoeveelheid films in de jaren dertig van de vorige eeuw. Maar de Tweede Wereldoorlog maakte een einde aan Waszynski’s rol in de Poolse filmindustrie. Hij bleef wel actief en maakte onder ander propagandafilms voor het Poolse leger in ballingschap. Deze activiteiten brachten hem naar Egypte en uiteindelijk naar Italië.

In Italië werd Waszynski de protégé van een oudere hertogin met wie hij uiteindelijk trouwde. Vanaf dat moment leefde hij een anachronistisch leven dat draaide om de geneugten des levens, zoals blijkt uit de opnamen die uit die tijd bewaard zijn gebleven. Deze periode geeft ook een verklaring voor de extreme discretie die Waszynski betrachtte over zijn eigen leven: hij was homoseksueel. De documentairemakers zijn erin geslaagd een van zijn voormalige geliefden te vinden, die vertelde dat de Prins ervan genoot om in homobars in Rome te worden gezien met een mooie jonge man.

Waszynski’s meesterwerk ‘The Dybbuk’, gebaseerd op Joodse legenden, is een artistieke hommage aan zijn afkomst. Met zijn levendige etnische details en spookachtige beelden lijkt het een schim in het leven van zijn maker. ‘The Dybbuk’ is gebaseerd op een bekend toneelstuk van S. Ansky en combineert door middel van een Joodse legende het bovennatuurlijke met het etnografische. Het verhaal draait om demonische bezetenheid. Het begint met twee jesjivestudenten, Nisn en Sender, die elkaar beloven dat hun – nog niet geboren – kinderen later met elkaar zullen trouwen. Maar Nisn sterft en Sender wordt een vrek die weigert Nisn’s zoon Channon te erkennen als deze jaren later opduikt. Channon valt voor Sender’s dochter Lea, maar als haar vader haar aan een ander uithuwelijkt, neemt hij zijn toevlucht tot de donkere kant van de Kabbala, de magie. Hij sterft, maar zijn rusteloze ziel neemt bezit van zijn geliefde. Haar vader zoekt hulp bij een beroemde rabbijn om de bezetenheid ongedaan te maken.

De film werd verboden door de nazi’s en de meeste kopieën werden vernietigd. Dankzij het National Center for Jewish Film is er nu weer een vertoonbare versie van Waszynski’s meesterwerk te zien.

Categorie:

Home » Cultuur » Film » Joodse regisseur van The Dybbuk werd Romeinse prins